Klein kanoetenboekje ~ Koos van Zomeren

► door: A.IJ. van den Berg

Een bloemlezing uit eerder gepubliceerd werk, dat is het Klein kanoetenboekje. Opgenomen werden onder meer reportages, en wat korte columns uit Van Zomeren’s dagelijkse rubriek op de voorkant van NRC-Handelsblad.

Centraal daarin staan steeds trekvogels; en dan in het bijzonder de vogels die in het Nederlandse waddengebied zo goed konden foerageren, op doorreis naar Afrika, of om aan te sterken voor een winterverblijf hier.

Tegelijk gaat het over vogels als de kanoet, door in detail het onderzoek te behandelen dat hen betreft. En zo dus zijdelings ook om de onderzoekers die dit doen. Plus, de geschiedenis van hun studie.

Van Zomeren ontmoette de bioloog Theunis Piersma in 1980 in Mauretanië; in een leeg Waddengebied waar verder alleen vogels te bekennen waren. En dit boek had ‘Terug tot Theunis Piersma’ kunnen heten. Van Zomeren zoekt hem ook later telkens opnieuw even op.

En zie, daarmee blijkt de waarde van zo’n bloemlezing van werk dat geschreven werd over een langere tijd. Alleen al door telkens even vast te leggen hoe het er dan voor staat, met de natuur, worden ontwikkelingen duidelijk. En die zijn, over een kleine vijfentwintig jaar genomen, niet al te positief.

Wat me daarbij vooral zal bijblijven, is het dilemma van een wetenschapper die ziet dat het ecosysteem waarin hij onderzoek doet, aangetast wordt door menselijke handelen. Daar zou hij het liefst actie tegen willen voeren, ware het niet dat wetenschap zo niet werkt. Observeren hoe een vogelsoort functioneert in een omgeving waar minder voedsel te vinden is, levert tenslotte ook kennis op. Zelfs al sterft het onderwerp van onderzoek ondertussen af. Maar tegelijkertijd laten de beroepsactivisten, zoals de Waddenvereniging, het schromelijk afweten, ondanks dat het omwoelen van de zeebodem door schelpenvissers zo veel schade brengt…

Koos van Zomeren, Klein kanoetenboekje
95 pagina’s
KNNV Uitgeverij, 2003

[x]opgenomen in het dossier: