Galapagos ~ Kurt Vonnegut

► door: A.IJ. van den Berg

Nieuwe romans van Kurt Vonnegut komen er niet meer uit. De schrijver stierf in 2007. En al wat hij aan lange fictie uitbracht, is door mij gelezen. Dus rest er weinig anders dan het herlezen van dat oeuvre. Wat bij een groot tal boeken een voorrecht mag heten. Omdat die romans doorgaans zo prettig afwijken van het stramien dat ze van mij een blije lezer maken; ondanks dat hun boodschap weleens minder vrolijk kan zijn.

Galapagos was voor mij evenwel bij eerste lezing al te zeer een boek van een schrijver met een zwaar oorlogstrauma. Ik ken namelijk geen boek dat zo wanhopig is — van een verder doorgaans wel geliefd auteur dan. Het is namelijk niet heel moeilijk om lectuur te vinden die me ook met afschuw zou slaan; over de schrijver dan vooral; alleen zoek ik die niet op.

Vonnegut gebruikte zijn almacht als auteur door het verhaal in Galapagos een miljoen jaar verderop in de tijd plaatsen. Als de mensheid zich ontwikkeld heeft tot een zeezoogdier, dat daarbij zijn opponeerbare duimen verloren heeft. Troost is dat daarbij onze hersenen nogal gekrompen zijn, waardoor we niet langer beseffen een wezen te zijn dat ooit sterven zal.

Ook verdween ondertussen al onze cultuur. Waarbij Vonnegut dan nog wel de moeite neemt om te gedenken wat daarmee aan wijze woorden verloren ging — al is het enkel een machinetje dat deze citaten reproduceert. Helaas waren er daarnaast altijd ook al die minder geslaagde voortbrengselen van ons superieure brein, waardoor we zelf al zo veel vernietigen.

En het zijn niet de minste rampen die Vonnegut over de mensheid uitstrooit in dit boek. Maar die financiële crisis, en de oorlogen daarvan het gevolg, komen toch echt voort uit menselijke keuzen.

Galapagos is deels gesitueerd in 1986, als in de havenstad Guayaquil, de hoofdstad van Equador, een cruise naar de Galápagos eilanden van wal moet gaan. Dat is geen gewoon bootreisje. Dat is: ‘the Nature Cruise of the Century’.

Die financiële crisis en het rumoer daar omheen beletten alleen dat tal van de oorspronkelijke passagiers naar Equador kunnen afreizen. Dr. Henry Kissinger zou daarom niet meevaren, Mick Jagger al evenmin. Vrijwel heel deze roman gaat er om wie zich dan wel inscheepten, en wat hun betekenis werd voor de hele latere mensheid.

En dit was mij niet genoeg. Een schrijver mag van mij blijkbaar best de hele mensheid afschrijven, met dat onhandig grote brein van hen, alleen moet er dan nog wel een beetje mee te lachen zijn.

Of zo.

Vonnegut vertelt heel het verhaal van deze roman al in de eerste drie bladzijden, en gaat dit daarna uitwerken. Daarbij is zijn vertelling de hele tijd indirect en aan de schematische kant. Die komt namelijk van de stem van een geest, noodlottig verbonden aan het cruiseschip, de Bahía de Darwin, omdat hij bij de bouw daarvan op een scheepswerf in Zweden om het leven kwam.

Galapagos bleek bovendien volstrekt niet herleesbaar te zijn. Herinneringen aan delen van het verhaal maakten dat er vrijwel niet meer te genieten viel van hoe het boek zich ontvouwde. Bovendien kondigt Vonnegut ook telkens al aan wat er dra te gebeuren staat. Wie zo meteen dood gaat krijgt dan alvast een asteriksje voor zijn naam. En er gebeurt al zo vreselijk weinig in de roman. Dat werd een probleem. Behalve dan dat de mensheid in zijn huidige vorm terloops even werd afgeschreven. Het boek las bij tweede kennismaking te zeer als een invuloefening van de schrijver.

En toch is dit voor velen een geliefde Vonnegut, zo niet de meest geliefde. Raadsels kleven er aan zulke stellige opinies. Steve Jones schrijft nogal wat interessanter of evolutie.

Kurt Vonnegut, Galapagos
269 pagina’s
Jonathan Cape, 1985

[x]