Wat kunnen wij van rijke mensen leren? ~ D. Hillenius

► door: A.IJ. van den Berg

Dick Hillenius vroeg zich af wat wij van rijke mensen kunnen leren, omdat rijke mensen het meest zichzelf kunnen zijn. Zij kunnen vrijuit kiezen hoe ze hun leven inrichten, waar hun armere soortgenoten altijd allerhande compromissen moeten sluiten. Dat maakt rijke mensen in zekere zin een ideaal studie-object van wat het beest mens nu precies wil.

Het is door het stellen van dit soort vragen dat Hillenius zo leesbaar blijft. Zelfs al geeft hij vervolgens nu ook weer niet een heel boeiend antwoord, en loopt het titelessay zelfs wat weg in speculaties over de evolutionair overgeleverde afkeer tegen monoculturen.

Nee, Hillenius toont met deze bundel aan dat het stellen van ontregelende vragen voor mij interessantere inzichten oplevert dan het lezen van boeken die alleen antwoorden geven.

Toch moeten die ontregelende vragen ook weer niet op helemaal niets zijn gebaseerd. Karel van het Reve, bijvoorbeeld, wekte in de jaren zeventig nogal wat wrevel op onder biologen als Hillenius, doordat hij de evolutietheorie in twijfel trok. Maar Van het Reve deed dit puur op gevoel, niet omdat hij zich nu zo zeer in de materie verdiept had. En op een gegeven moment zal hij er ook ijzerenheinig mee door zijn gegaan, juist omdat hij daarmee zo leuk mensen op de kast wist te jagen.

In deze bundel komt het opvallend vaak terug als thema: ‘de evolutietheorie nog eenmaal voor Karel van Reve verklaard’.

Aanmerkelijk leuker om te lezen waren daarom de stukken met als titel ‘Museum van favoriete zintuigprikkels’, of ‘Reizen is ellende’.

Deze rijke bundel met essays bevat ook een gedeelte met gedichten, die ik in zo’n setting tussen het proza in altijd maar slecht kan lezen. Voor Hillenius waren die gedichten, net als de essays, tastende aantekeningen. Wat wel verklaart waarom ze er in staan. Maar ik ben hierin dus minder flexibel dan de auteur.

D. Hillenius, Wat kunnen wij van rijke mensen leren?
263 pagina’s
G.A. van Oorschot, 1986

[x]