Hand van de slordige tuinman ~ D. Hillenius

► door: A.IJ. van den Berg

Dit is het enige boek van Dick Hillenius dat ik gewoon nog in de reguliere boekhandel heb kunnen kopen indertijd. En dat kwam omdat het pas in 1996 werd uitgegeven. Ter nagedachtenis. Want toen was Hillenius al 9 jaar dood.

In deze bundel zijn de beste columns verzameld die hij in de jaren tachtig schreef voor het tijdschrift Vrij Nederland. Ik had pas een paar jaar later een abonnement. Dus is al dit werk me indertijd ontgaan.

Ik moet daar toch maar eens mijn spijt over uitspreken.

Het blijft merkwaardig een schrijver te ontdekken, terwijl die al in de vergetelheid begint te raken. Goed, zo’n ontdekking zal dan zuiver zijn. Er was nooit enige peer pressure om Hillenius een interessante schrijver te moeten vinden. Mijn opflakkerende liefde is een geheel eigen vondst.

En goed, dat zijn werk vrij moeizaam te vinden is, maakt elke kennismaking met iets nieuws vergelijkbaar met de opwinding die er zijn kan als een nog levende favoriet iets uitbrengt.

Maar toch.

Het is voorbij. En ik heb Hillenius nooit opgemerkt toen ik hem nog had kunnen opmerken. De teleurstelling over die onnozelheid blijft.

Aardig aan deze bundel is dat de vertrouwde thema’s uit Hillenius’ werk er allemaal in terugkeren. Al heb ik ook het idee dat sommige bewoordingen erin gerecycled worden.

Zelf zie ik schrijven als het vlechten van een netje dat je rondhaalt door de omgevende poel in de hoop iets te vangen.

[100]

Al kan het ook zijn dat die herkenning er is omdat bijvoorbeeld Tijs Goldschmidt regelmatig over de invloed van Hillenius op zijn werk heeft geschreven [en gesproken].

Zoals altijd vind ik Hillenius het interessantst als hij culturele verschijnselen probeert te duiden vanuit de kennis over zijn vakgebied, de biologie. Dat denken, hoe speculatief ook misschien, raakt iets bij mij. Vooral omdat er lang altijd niet antwoorden geformuleerd worden.

Nog even terug naar de oorzaak van die dwang, waardoor je soms jaren vruchteloos kan worstelen om toegang te krijgen tot een bepaald gebied. Het snobisme is er de karikaturale aanduiding van. In het algemeen gaat het om het volgen van een autoriteit. Waarom je die autoriteit kiest en niet een van de vele anderen is niet duidelijk. Het zal wel te maken hebben met de genoemde jeugdinvloeden of herkenning van verwantschap. In ieder geval is ook dit weer een voorbeeld van hoe cultuur werkt: het voorbeeld volgen van de autoriteit, een hiërarchisch principe. Anti-autoritaire opvoeding bestaat niet.

[220]

D. Hillenius, De hand van de slordige tuinman
240 pagina’s
Uitgeverij G.A. van Oorschot, 1996

[x]