Zorgelijke staat van het onbewuste ~ J. van Heerden

► door: A.IJ. van den Berg

Had ik dit proefschrift gelezen als het niet van Jaap van Heerden was geweest? De vraag stellen, is hem beantwoorden. Er zijn in de afgelopen vijfentwintig jaar nogal wat boeken meer geschreven over bewustzijn, of het onderbewuste. Er heeft bovendien een enorme verschuiving in de aandacht voor het onderwerp plaatsgevonden, door een paar technische ontwikkelingen.

Kijk bij verschuivingen in aandacht of aanpak trouwens altijd naar wat er technisch ineens mogelijk werd.

Nu vind ik het bijvoorbeeld immens grappig dat al de scans van levend denkende hersenen het raadsel alleen maar hebben vergroot. Zo blijken de hersens al doelbewust actief te zijn voor het bewustzijn het besluit tot actie neemt; en dat is dan nog maar éen van de nieuwe paradoxen.

Maakt dit alles, en mijn kennis daarover — ook al is die hoogstens van Reader’s Digest-niveau — het nog boeiend om filosofische beschouwingen te lezen uit een oude school van denken?

Dat hangt dan van de presentatie af. Maar dan weegt mee dat proefschriften doorgaans niet eminent leesbaar zijn.

En de presentatie van dit boek viel me ook niet mee. Ook al is het uitgangspunt interessant dat er altijd inconsequent gedacht werd over dat onbewuste. Maar Van Heerden geeft ruiterlijk toe dat hij een vrij willekeurig stel denkers beoordeelt op dit punt; of met andere woorden dat hij vrij makkelijk over heel andere onderzoekers of filosofen had kunnen schrijven.

Ook was er iets anders. Eén van de weinig blijvende verdiensten van Freud is dat deze al éen der eersten uitgebreid over de betekenis nadacht van het onbewuste voor het gedrag van een mens. Dus kan ik billijken dat Van Heerden steeds nog vrij kritiekloos de zo door Freud geïnspireerde psychoanalyse in zijn betoog betrekt. Maar mij irriteerde het, omdat dit het boek nog meer zo’n verouderd tijdsdocument maakte.

J. van Heerden, De zorgelijke staat van het onbewuste
168 pagina’s
Boom, 1982

[x]