Fascinaties ~ Jaap van Heerden

► door: A.IJ. van den Berg

In de bundel Fascinaties legt Jaap van Heerden nogmaals uit welke vragen hem hebben bezighouden, tijdens zijn leven. Nogmaals, want deels is natuurlijk wel bekend wat hem boeit, dat staat in nogal wat meer van zijn boeken te lezen.

En toch is dit boek meer dan een herhalingsoefening. In de ondertitel heet het ‘Een intellectuele biografie’, maar dat vind ik ronkende uitgeverstaal. Het testament van een verspilde jeugd, is ook de goede aanduiding niet; hoewel de stukken met wat autobiografische details toch niet de latere Van Heerden tonen. Misschien is Fascinaties gewoon wel de beste inleiding tot het werk van Jaap van Heerden die er bestaat. Treft het ook nog dat hij, en niet een ander, de vijftien essays geschreven heeft. Die verschenen overigens eerder in AMC Magazine; een periodiek dat ik niet ken, maar het blad van een ziekenhuis zal zijn.

Zelf genoot ik het meest van de zinnetjes; de bijtende oneliners, die zo vaak bijna ongemerkt in het betoog waren opgenomen. En die me misschien wel beter opvielen dan ooit, omdat ik zo veel van zijn boeken ken, en daarom niet per se las om de lijn van zijn gedachte te volgen.

In de godsdienst openbaart zich kennis waar je geen moeite voor hoeft te doen. Het ideaal van iedere schooljongen. [38]

scheiding

En roman kan vooral door de formulering verouderd zijn, maar ik heb nog nooit meegemaakt dat het psychologisch inzicht van de romancier als verouderd aangemerkt werd of als recentelijk verbeterd door een schrijver van de jongste generatie. Literaire kennis accumuleert kennelijk niet. [72]

Van Heerden is een hoogleraar in de psychologie, die tegelijk nooit als student voor het vak heeft ingeschreven gestaan. Hij kwam vanuit de filosofie binnen. Misschien dat hij daarom altijd bezig is gebleven met de reikwijdte die de psychologie als wetenschap heeft. Wat heeft dat vak aan waarheden opgeleverd, en waarin zijn die waarheden dan waar?

Prettiger heb ik het altijd gevonden als hij zulke problemen vanuit een heel ander gebied benaderde. In deze bundel gaat een essay over de onzin van dopingcontroles bij sporters, maar Van Heerden bedrijft dan bijvoorbeeld ineens literatuurkritiek om te verduidelijken wat hij bedoelt.

Gerard Reve dronk als een grenadier. Zijn poëzie en proza hebben de laconieke onthechtheid die kenmerkend is voor een kater. Niemand wees daarop toen hij de P.C. Hooftprijs kreeg. Was dat wel eerlijk tegenover al die schrijvers die geheelonthouder zijn of proberen te blijven? [66-67]

Vooral dat ‘proberen te blijven’ vind ik fraai. En zo geldt ook voor dit boek van Jaap van Heerden weer, dat het geringe tal pagina’s niet zegt over de rijkdom aan inhoud, en de tijd die ervoor nodig is om daar van te genieten.

Jaap van Heerden, Fascinaties
Een intellectuele biografie

128 pagina’s
Prometheus, 2010

[x]