Love Me ~ Garrison Keillor

► door: A.IJ. van den Berg

Keillor’s romans hebben vaak iets geforceerds. En dat vind ik jammer. In zijn korte verhalen komt ook vaak genoeg een krankzinnige complicatie voor, maar dat is er altijd maar éen. Die is te daarmee goed hanteren. Romans hebben meestal meerdere verhaallijnen tegelijk. En bij Keillor kan éen daarvan heel makkelijk afbreuk doen aan de andere.

Love Me bevat een zonder meer ontroerende liefdesgeschiedenis. Dat is het verhaal van een jonge schrijver die succes oogst met zijn debuutroman, en daarom denkt dat hij zijn literaire carrière in de grote stad te moeten uitbouwen. Zonder zijn vrouw. Want die wil niet mee. En langzamerhand begint hij dan te beseffen wat hij achterliet.

Maar Love Me is ook nog veel meer. Zoals een satire op het gedroomde literaire leven. Onze jonge schrijver belandt als onbetaalde voluntair op de redactie van The New Yorker, wat Keillor nogal wat ruimte geeft om met de ideeën te spelen die er over een tal beroemde Amerikaanse schrijvers leven.

Bovendien laat hij het blad na een tijd overnemen door de Mafia.

Naast al die satire doet hij ook aan zelfparodie, door zijn hoofdpersoon met een probleemrubriek op te zadelen; zodat die geld kan verdienen. Keillor had namelijk een tijd zo’n rubriek op Salon.com, onder het pseudoniem Mr. Blue. Wat dan ook de naam weer is die het personage in het boek gebruikt om goede raad te geven.

Kortom, dit is nu typisch een boek dat op bijna elke pagina toont hoeveel plezier de schrijver had in het schrijven. Alleen was dit plezier lang altijd niet ook aanstekelijk. Nu ja, de schrijfadviezen, die de hoofdpersoon overal weghaalt, in zijn onvermogen. Die adviezen maakten ook mij wel vrolijk:

The most visceral and vital writing is about bad people and allows the reader to see that “We Are Them.” For reasons having mostly to do with arrogance and stupidity, young writers waste years attempting to impersonate goodness and inner peace. Bad move. What you really want to write about is greed, anger, pillage, thievery, corruption, eye gouging, meanness, shameless grovelling, that sort of thing. And lust. Always lust. He couldn’t help himself, once he looked into this dark eyes. He kissed her again and again. They fell to the floor in an embrace. “Oh my God,” she said. Forget about goodness. Kahlil Gibran did that already. The world doesn’t need more Bill Moyers. Think dark. Unbutton that shirt. Unzip those pants. [40]

Garrison Keillor, Love Me
272 pagina’s
Faber and faber 2005, oorspronkelijk 2003

[x]opgenomen in het dossier: