Number Ten ~ Sue Townsend

► door: A.IJ. van den Berg

De koning van Nederland, over de laatste maanden van Pim Fortuyn, is wel een aardige satire, maar geen bijster goed geschreven boek. Bovendien zit bestuurlijk Nederland krankzinniger in elkaar dan de auteur weet, of deed voorkomen. Dat ik het boek uiteindelijk las, kwam omdat elke poging waardering verdient de boven mij gestelden ietwat belachelijk te maken. Ze worden altijd wel erg serieus genomen door de media.

Tegelijk houdt het daarmee op. Een satire op de Amerikaanse regering zou ik niet gauw lezen — al las ik O’Rourke. Laat staan éen over bestuurlijk Berlijn, danwel Parijs. Brussel levert dan wel weer een mogelijk aardig decor op, als het dan maar om de EU gaat tenminste. Niet om de Belgische landspolitiek. Daar weet ik gewoon te weinig van, behalve dan dat de Belgen het niet met éen regering afkunnen.

Satire wordt pas begrepen als er kennis is over het bespotte onderwerp. En ook, als er enige affiniteit met dat onderwerp is bij de lezer; als die daar al eens over nagedacht heeft.

Dus leek dit boek van Sue Townsend op zich veel te bieden. Ik weet iets van de Britse politiek en samenleving. En de zelfspot van Britse auteurs is mij bijzonder lief. En tegelijkertijd wilde ik juist niet aan Number Ten, omdat het verhaal me zo afgezaagd leek.

De premier van het land gaat undercover, om te horen hoe de mensen echt denken over zijn beleid. Hoe boeiend kon dat zijn?

Maar net als bij Queen Camilla, dat ik ook te lang genegeerd heb, hield dit vooroordeel me weg bij een prettig leesbaar boek. Ik moest Sue Townsend dus maar niet meer zo onderschatten. Zij schrijft op een manier die me op bijna elke pagina vermaakt. Als het om het tekenende detail gaat, tekenen weinig beter dan zij.

Tegelijk doet welke samenvatting dan ook, totaal geen recht aan het boek. Die Britse premier, Edward Clare — in wie Tony Blair vrij goed te herkennen is — verkleedt zich als vrouw om anoniem in de massa op te gaan. Dat lijkt een tenenkrommend gegeven, en de basis voor nogal gezochte humor. Maar dan bezwijkt ‘Edwina’ door een aanval van hyperventilatie, waardoor hij/zij in het ziekenhuis belandt. Dit geeft Sue Townsend gelegenheid om uitgebreid te schrijven over het gebrekkige functioneren van de NHS, en dat is zo interessant niet; want redelijk voorspelbaar. Alleen krijgt ‘Edwina’ de volgende ochtend een psychiatrisch intakegesprek, en dat geeft de auteur alle ruimte om in te gaan op de persoonskenmerken van politici. En alleen om deze pagina’s al is dit boek de moeite waard.

Zo staat tegenover bijna elke keuze die in samenvatting te akelig voor woorden lijkt, telkens wel iets dat werkt in het boek.

Dus, een boek dat plezier gaf, én onmogelijk goed samen te vatten is, wat wens ik eigenlijk meer?

Sue Townsend, Number Ten
324 pagina’s
Penguin Books 2003, oorspronkelijk 2002

[x]opgenomen in het dossier: