Ohrenzeuge ~ Elias Canetti

► door: A.IJ. van den Berg

Audioboeken worden ook in Nederland langzamerhand normaal, zo lijkt het. Al geef ik toe deze ontwikkeling niet helemaal te volgen, omdat audioboeken me veel te veel tijd nemen. En dat past meestal niet.

Niet alleen lees ik aanzienlijk sneller dan iemand me voorlezen kan. Ik lees ook zelden op éen en hetzelfde tempo door.

Maar juist doordat audioboeken normaal zijn geworden, valt ineens op dat ook vroeger wel degelijk elpees, en later CD’s, zijn uitgebracht waarop schrijvers hun werk voorlazen. Zo bestaat er een opname van Elias Canetti waarop hij zestien schetsen leest uit zijn satirische bundel Die Ohrenzeuge.

En het bestaan van die geluidsopnamen verklaart me veel. Bijvoorbeeld dat de teksten in het boek weleens voor het oor geschreven kunnen zijn, en niet per se voor het oog — wat al met de naam van het boek verklaard wordt. Waardoor ik ook beter begrijp waarom het me zo zelden lukte om dit boekje ín te komen.

De vorm van satire die Canetti gebruikt, is wel weer klassiek. Theophrastus gebruikte die al, omstreeks 350 voor Christus. En velen volgden hem na.

Men reducere een mens tot zijn of haar meest uitgesproken eigenschappen, en schrijve vervolgens een grappig stukje over deze karikatuur.

Zelfs ik heb me in het verleden van deze stijlvorm bediend. Daardoor was het in de schoolkrant al mogelijk om gericht kritiek op leraren te hebben — wat anders niet mocht — juist door hun namen niet te noemen. De bekritiseerde docent herkende bovendien altijd perfect een collega in de beschrijving.

Mede daardoor lijkt me dat zulke karikaturen, zoals voor alle humor geldt, behoorlijk tijdsgebonden zijn. De auteur moet iets gemeenschappelijks hebben met zijn lezer. Anders wordt er niets gedeeld dat bespot kan worden.

En ook daarom, waarschijnlijk, lukte het me bij de zoveelste poging niet bijzonder om van Canetti’s karikaturen te genieten.

Weliswaar poogde hij om zijn overdrijving tijdloos te maken, en de overdrijving gauw eens in het surreële te zoeken. Ik kon de beschrijvingen alleen nooit terug leiden tot iemand die ik kende. Wiens eigenschappen eindelijk eens benoemd werden. En die ik daardoor beter zag.

Evenmin geloof ik zonder meer dat Elias Canetti met de karikaturen vijftig eigenschappen van zichzelf uitvergrootte.

Nee, zelfs de papierzuiper riep geen herkenning op. Hoewel ik weleens een boek lees. Sterker nog, mijzelf regelmatig tot tekstverwerkende industrie heb benoemd; en zelfspot me niet helemaal vreemd is.

scheiding

Der Papiersäufer liest alle Bücher, es kann sein, was es will, wenn es nur schwer ist. Er gibt sich nicht mit Büchern zufrieden, von denen man spricht; sie sollen rar und vergessen sein, schwer zu finden. Es ist vorgekommen, daß er ein Jahr nach einem Buch gesucht hat, weil niemand es kennt. Hat er es schließlich, so ließt er’s rasch, kapiert es, merkt sich’s und kann immer daraus zitieren. Mit 17 sah er schon aus wie jetzt mit 47. Je mehr er liest, um so mehr bleibt er gleich. Jeder Versuch, ihn mit einem Namen zu überraschen, schlägt fehl; auf jedem Gebiet ist er gleich gut beschlagen. Da es immer etwas gibt, was er noch nicht kennt, hat er sich noch nie gelangweilt. Doch hütet er sich zu sagen, was ihm unbekannt ist, damit ihn keiner beim Lesen zuvorkommt.

[Der Papiersäufer]
Elias Canetti, Der Ohrenzeuge
Fünfzig Charactere
104 pagina’s
Fischer Taschenbuch Verlag 2012, oorspronkelijk 1974

[x]opgenomen in het dossier: