Liebhaber ohne Adresse ~ Elias Canetti  Marie-Louise von Motesiczky

► door: A.IJ. van den Berg

Het was al een beetje over tussen Elias Canetti en mij in 2005, toen boeklog begon. De auteur had zichzelf toen al ontmaskerd als egocentrische klootzak, zo hij geen sociopaat was. En veel van wat ik in de loop van de afgelopen tien jaar las en herlas droeg alleen bij aan mijn groeiende weerzin over hem als mens.

En toch blijven die eerste twee boeken met aantekeningen van hem tot mijn lievelingsboeken horen. Omdat daar altijd iets in te vinden blijft wat ik niet eerder zo geformuleerd zag worden.

De brievenbundel Liebhaber ohne Adresse vervolmaakt het portret van Canetti als eigengeiler en zelfzuchtig monster. Ondanks het tamelijk unieke gegeven dat dit boek een bloemlezing biedt uit vijftig jaar aan correspondentie; en de brieven van beide zijden daarbij zijn opgenomen. Canetti leerde de schilderes Marie-Louise von Motesiczky al tijdens de oorlog in Engeland kennen. Beide waren gevlucht. Hun briefwisseling liep tot en met 1992; twee jaar voor zijn dood, en vier jaar voor de hare.

Motesiczky’s familie had nog iets van hun kapitaal kunnen redden, na de Anschluß. En daarom ondersteunde ze Elias Canetti in Engeland vanaf het begin met geld. Aanvankelijk in de vorm van leningen — de eerste brief in dit boek is een contract — later als gift.

Veel brieven gaan vergezeld van ‘ein kleiner Scheck’. Canetti zette dit pas recht toen hij Nobelprijswinnaar werd, en haar een deel schonk van het prijzengeld.

En toch was Marie-Louise von Motesiczky verreweg de zwakkere partij in verhouding. Haar eerbied voor de geleerdheid van Canetti moet onpeilbaar groot zijn geweest. Mede waarschijnlijk omdat zij zich zelfs al schaamde om problemen te hebben met de Rechtschreibung van het Duits.

Voor Canetti was zij slechts een bijvrouw van het tweede plan, in een hele reeks bijvrouwen. Biografen hebben inmiddels negenendertig namen verzameld van vriendinnen die de schrijver erop na hield in de loop der tijd — en die gedoogd werden door zijn vrouw Veza Canetti, omdat hun huwelijk zo slecht was. De belangrijkste vriendinnen waren de schrijfsters Friedl Benedikt en Iris Murdoch.

Verschillende malen zal Marie-Louise von Motesiczky gehoopt hebben op een belangrijker rol. Friedl Benedikt stierf jong, in 1953. Veza Canetti stierf in 1963.

Maar onduidelijk blijft in het boek of ze zulke gebeurtenissen ooit van Elias Canetti zelve te horen kreeg. Er werden ook telefoongesprekken gevoerd. De brieven vermelden lang alles niet.

Zeker is wel dat Canetti het doorgaans zelfs al vertikte om zijn woonadres te geven aan Marie-Louise von Motesiczky. Zij moest haar brieven Poste Restante sturen, naar haar ‘Liebhaber ohne Adresse’. En mede daarom hoorde ze er bijvoorbeeld pas jaren later van dat Canetti in Zwitserland woonde, en daar hertrouwd was met een veel jongere vrouw, waarbij hij ook nog een dochter verwekt had.

Deze gegevens haal ik overigens uit het toelichtende essay achterin. Uit de brieven blijkt niets van deze toch vrij schokkende minachting.

Wat uit de correspondentie wel opvalt is dat Marie-Louise von Motesiczky al gauw met ‘du’ wordt aangesproken door Elias Canetti, terwijl zij hem altijd is blijven vousvoyeren.

Ook bleef me opvallen dat Canetti’s brieven amper te lezen zijn, bijvoorbeeld door hun mechanische lofprijzingen van Motesiczky’s schilderijen. Het is soms werkelijk alsof een ouder daarin plichtmatig de zoveelste kindertekening prijst van een vierjarige.

En toch bleef Marie-Louise von Motesiczky hoop houden op meer. Ondanks dat pijnlijke zelfportret dat ze schilderde van haar en hem. Ondanks dat ze Elias Canetti ook geschilderd heeft als rat. Ondanks het verraad van dat tweede huwelijk.

Haar brieven zijn in elk geval aanmerkelijk levendiger dan die van Canetti. Dus ook die strijd om de sympathie van de lezer heeft ze makkelijk gewonnen.

Ik wilde dit boek lezen omdat me nog nooit oprecht aardige woorden van Elias Canetti onder ogen waren gekomen. Mij was onduidelijk wat al die mensen om hem heen toch in hem zagen. Maar daarover zijn nu enkel meer vragen gegroeid.

Elias Canetti  Marie-Louise von Motesiczky, Liebhaber ohne Adresse
Briefwechsel 1942 – 1992
Herausgegeben von Ines Schlenker und Kristian Wachinger
384 pagina’s
Fischer Tachenbuch, 2014

[x]opgenomen in het dossier: