Niets bewoog in Langelille ~ Martin Bril

► door: A.IJ. van den Berg

De kans dat ik ooit nog eens in Langelille kom, lijkt me niet heel groot. Al is er maar éen enkele reden om het gehucht te vermijden. Ik hoef er namelijk niet voor om te rijden. Langelille ligt op de doorgaande route naar het zuiden voor mij, mocht ik dat willen. En de weg naar het zuiden voert al gauw door de Noordoostpolder — hoe kaal het daar ook zijn mag, en hoe recht de wegen er ook gaan.

Langelille ligt in het onderste puntje van Friesland — daar waar de provincie bijna Overijssel is. Of Flevoland. Iets zuidelijker al kronkelt de oude Zuiderzeedijk er op het droge door het land; als een altijd weer vreemd overbodige hoogte in een verder oneindig vlak polderland.

Punt is alleen dat de weg er direct naartoe zo slecht te berijden valt. Op de fiets. Die weg is gemaakt van een ouderwets soort klinkers, die er niet helemaal lekker meer bijliggen. En dat hotst en botst vervelend. Op de fiets. Dus neem ik altijd een kaarsrechte landbouwweg, van asfalt, hemelsbreed misschien tweehonderd meter naar het westen; aan de andere kant van de Tjonger-rivier. Die rijdt wel prettig. Al zitten er verschillende wildroosters in.

Toen Martin Bril in Langelille kwam kijken, vond hij juist dat wel gezellig. Die klinkerweg riep hem herinneringen op aan hoe het ooit was overal. Alleen bedacht hij dit op zijn autostoel. Voor hem maakte een slechte weg hoogstens een hoop meer geluid, omdat de niet helemaal vlak liggende stenen het profiel van zijn banden er dwongen tot een luid protest.

Ofwel, wie ergens gaat kijken hoe het er is, doet dit nooit onbeschreven.

Martin Bril schreef voor het tijdschrift Noorderbreedte elf verhalen over plekken in de drie noordelijkste provincies van Nederland. Een regio waar hij zich geen vreemde voelde. Zijn ouders komen er vandaan. Bril woonde onder meer in Drachten, en heeft in Groningen gestudeerd. Zijn grote familie leeft in Friesland.

En als Martin Bril geen jeugdherinneringen ophaalde in dit boek, dan hebben de verhalen een simpel stramien. Hij stapte ergens uit zijn auto, om dan te zien wat er gebeuren zou. En lang niet altijd gebeurde er wat. Niets bewoog in Langelille.

Sommige van de verhalen uit Noorderbreedte zijn ondertussen ook gebruikt in de bloemlezingen op thema die uitkwamen sinds Bril’s dood. Ik merkte ze inmiddels wat anders te lezen. Mijn kennis over wat er te zien is in de drie noordelijke provincies nam toe — door mijn fietsen. Dus als Martin Bril een gehucht als Langelille beschrijft, kan ik hem zelfs uit eigen herinnering controleren. En dan constateren ook dat ik over zo’n plaats waarschijnlijk heel andere zaken beschreven had. Maar zoals opgemerkt, niemand komt ergens helemaal onbeschreven binnen.

Martin Bril, Niets bewoog in Langelille
De verhalen van Martin Bril uit tijdschrift
Noorderbreedte
106 pagina’s
Stichting Noorderbreedte, 2012

[x]