Schelmenjaren van Martin Bril ~ Astrid Theunissen

► door: A.IJ. van den Berg

Schrijvers zijn gauw eens gemankeerde mensen — tenzij ze zich tot een luttel paar boeken hebben weten te beperken, en toen iets leukers gingen doen. Dit maakt de schrijversbiografie tot een wat merkwaardig genre. Er gebeurt doorgaans te weinig om een boeiend boek op te leveren met mensen die enkel schreven. Of het levensverhaal moest nog gekleurd worden door grote gebeurtenissen van buiten, zoals een wereldoorlog of zo.

Ik constateerde dit vaker.

Mijn verwachtingen zijn daarom zelden hoog voor ik een schrijversbiografie ga lezen. Ik kan doorgaans slechts hopen dat de biograaf het oeuvre van de geportretteerde beter las dan wie ooit eerder, en daarmee nog een nuttige leeswijzer biedt tot het eigenlijke werk.

De boeken ván een schrijver zijn gauw aanzienlijk interessanter dan de boeken óver zo’n auteur.

Maar al deze voorbehouden verklaren vervolgens niet waarom ik De schelmenjaren van Martin Bril zo geboeid zou lezen. Want daarin gaat Astrid Theunissen toch nauwelijks in op wat Martin Bril schreef. Lange citaten ontbreken. En de enige boeken die echt kritisch gewogen worden, zijn de romans uit het begin van diens loopbaan; die allemaal wat mislukt zijn omdat daar geen lijn in zat.

Weigerde de weduwe Bril bovendien om aan de publicatie mee te werken.

Dus is het boek misschien wel zo leesbaar omdat het een portret in stemmen werd, van mensen die hem allemaal op net een andere manier even hadden meegemaakt. En die daarbij ook zijn minder geslaagde kanten durfden te benoemen. Bril leek bijvoorbeeld altijd haast te hebben, immer onderweg te zijn naar iets nog beters.

Mag ik zelfs niet uitsluiten dat de vroege dood meeweegt van Martin Bril [1959 — 2009]. Negenenveertig werd hij. Een leeftijd die ik gauwer dan gedacht zelf hoop te bereiken, als er niets vreemds gebeurt, en die bij hem dus toen jaren gekleurd was door een strijd tegen de voortwoekerende kanker in zijn lijf.

De ware kracht van een schrijver toont zich vanzelfsprekend pas als deze gelezen worden blijft. Ook als hij of zij er niet meer is, nogal dwingend aanwezig via de massamedia. En dan wordt al een vraag of Martin Bril over tien, twintig jaar nog nieuwe lezers vinden zou. Zijn beste werk bestaat uit columns. Dat zijn wel erg korte stukkies.

Astrid Theunissen, De schelmenjaren van Martin Bril
224 pagina’s
Meulenhoff, 2014

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden

2 commentaren

Jamie  op 22 maart 2016 @ 16:20:47

Juist korte stukjes zijn in drukke tijden prettige leesstof. Daarom lees ik graag Midas Dekker, Renate Rubinstein, Godfried Bomans, Ischa Meijer, Youpvan ’t Hek, Simon Carmiggelt, e.a. Iedere avond en ochtend een stukje. En zijn boek over Napoleon is tijdloos.