Kuifje 17: De zaak Zonnebloem ~ Hergé

► door: A.IJ. van den Berg

Vreemd aan nogal wat Kuifje-albums blijft dat ik ze niet zo goed ken — want nooit zelf gehad, en dus nimmer herlezen — terwijl dit juist andersom is voor nogal wat andere Nederlanders. Verwijzingen naar deze strip konden vrij straffeloos gebruikt worden, in de populaire cultuur.

Strips zijn alleen iets geworden van mannen op leeftijd. De jeugd van nu heeft andere referenties.

Geen idee had ik bijvoorbeeld dat de percussiegroep Slagerij van Kampen zijn naam ontleende aan een running gag in het album De zaak Zonnebloem. Steeds als mensen het goed Molensloot van kapitein Haddock bellen, denken ze die slagerij aan de lijn te krijgen.

Dat plaatje in het boek van de detectives Jansen en Janssen, die iets te hard remmen in hun Deux-chevaux, waardoor ze bobbels in het stoffen dak maken, ben ik dan wel weer in tal van variaties tegengekomen.

Dus levert het lezen van een Kuifje een wat tweeslachtige ervaring. Enerzijds zie ik blijkbaar voor het eerst van alles dat allang tot mijn culturele bagage had moeten horen. Ook valt me op hoeveel latere stripmakers ontleend hebben aan Hergé; in lijnvoering en in hoe de plaatjes tonen wat ze tonen bijvoorbeeld.

Tegelijk valt het niet mee om als volwassene een strip te lezen die in de jaren vijftig gemaakt werd, voor een jong publiek van toen. Voor jongetjes dan ook nog, waarschijnlijk, gezien de zorg die besteed is aan het tekenen van de dure en snelle auto’s uit die tijd.

De vertelsjablonen zijn alleen wat te duidelijk zichtbaar.

Ook valt inmiddels op hoe ongewoon Hergé’s keuze is geworden om een actieverhaal af te wisselen met momenten van slapstick.

Verder lukte het me niet om te geloven in het verhaal dat De zaak Zonnebloem brengt. Wat vast komt om mijn weerzin tegen superkrachten of geniale uitvinders in verhalen.

Trifonius Zonnebloem lijkt bijvoorbeeld altijd in zijn eentje te werken. Waardoor de logica vereist dat de beste man niet alleen een geniaal wetenschapper is, maar ook een groot materiaalkundige, werktuigbouwkundig ingenieur, en een heel kundig ambachtsman. Want hoe is hij anders in staat al die vindingen te doen, die toch telkens neerkomen op het bouwen van apparaten die iets kunnen dat geen fabrikant eerder is gelukt?

Toegegeven, het verhaal zou nogal worden opgehouden als Hergé ook nog de uitgebreide staf had moeten tekenen die professor Zonnebloem omringt.

Alleen had het bestaan van zulke medewerkers wel weer een ander groot plotgat kunnen wegnemen. Want hoe kon die geheime dienst uit die dictatuur weten dat voornoemde Zonnebloem een wapen aan het ontwikkelen was die hen de macht over de hele wereld zou kunnen opleveren? Als die Zonnebloem de hele dag in zijn eentje ergens ver weg achteraf in een schuurtje zit? En niet ergens aan een universiteit zoals de titel van de beste man laat vermoeden?

Enfin. Het boek draait om de ontvoering van de geleerde, die met veel moeite, en door een onmogelijk toeval, weer recht kan worden gezet. Daar zit de spanning, dat is het verhaal.

Er zijn er die dit het beste album van Kuifje vinden. Vraag éen daarover lijkt me op welke leeftijd zij dan dit boek voor de eerste keer lazen.

[ is vervolgd ]

Hergé, De zaak Zonnebloem
64 pagina’s
Casterman z.d., oorspronkelijk 1962
vertaling van L’affaire Tournesol

[x]opgenomen in het dossier: