Table Talk ~ A.A. Gill

► door: A.IJ. van den Berg

Adrian Anthony Gill is een succesvol restaurantcriticus. Onder meer. Geliefd is hij bij het Britse publiek om zijn humoristische maar onverbiddelijke oordelen. Gevreesd wordt hij door de uitbaters van de etablissementen. Omdat hij in de Sunday Times een miljoenenpubliek bereikt, en omdat hij de hele ervaring van het bezoek laat meewegen, en niet alleen het eten.

Tot een verzameling van zijn eetkritieken kwam het alleen heel lang niet. Al was het maar omdat er zo’n verloop is onder restaurants. Wat het ene jaar succes heeft, kan al snel daarop vergeten zijn, of over de kop gaan.

En verder is het niet zo interessant om maaltijd na maaltijd beschreven te zien worden.

Gill vond het zelf al niet eens boeiend meer om alles wat hij at in detail te moeten beschrijven. En daardoor werden de inleidingen tot zijn kritieken steeds langer. En dit maakte het dan uiteindelijk toch mogelijk die recensies een keer tot boek te verzamelen, simpel door de ingrediënten van de genoten maaltijd en het oordeel daarover weg te laten. Zijn deze stukken in de bundel aangevuld wat met Gill in algemeenheid over eten schreef.

Opvallend aan Table Talk is dat de vijf onderdelen van het boek worden voorafgegaan en afgesloten met dubbele pagina’s vol opmerkelijke citaten. Die waren te mooi om weg te laten, terwijl het stuk waaruit ze stamden de selectie niet had gehaald.

Dat systeem geeft ook aan dat Gill per alinea gelezen moet blijven worden; of soms zelfs per zin. Dit maakt zijn boeken een opmerkelijke leeservaring. Enerzijds wil ik de hele tijd snel door, omdat duidelijk is dat het op de volgende bladzijde ook weer leuk wordt. Tegelijk moet alles met geduld worden geproefd; omdat er anders zo veel te missen is.

Pudding: a jelly that involved Campari and a fennel. It was a pretty colour, but tasted exactly as I’ve always imagined suicide capsules would: fatalistically bitter and fraudulently medicinal. [3]

scheiding

For lunch on a dreary Wednesday it offered the warm welcome and bonhomous hospitality of a Norwegian small-claims court. Sensibly, they’d put in a wood-burning pizza oven (hopefully, they’ll get round to incinerating the chairs any day now). [125]

Table Talk bevat onder meer de recensie van het meest prijzige restaurant in de Millennium Dome, indertijd, die Horeca-vakscholen schijnen te gebruiken om hun studenten te tonen hoe het nu precies niet moet. Die visite begon er al mee dat de zaak vrijwel leeg was, maar Gill en zijn partner eerst een uur moesten wachten voor er een tafel vrij kwam.

Vervolgens kregen ze in snobisme gesmoorde ‘fish and chips’ te eten.

Nuttig was Gill in dit boek ook, en dan vooral wanneer hij dingen at, of dronk, die ik nooit zal nuttigen, maar wel nieuwsgierig naar ben.

In het wat afwijkende boekgedeelte met reisverhalen eet hij ook de merkwaardigste zaken. Maar een beker bloed, zoals de Masaï bij hun vee aftappen, is werkelijk iets bijzonders.

Een cappuccino van de firma Starbucks is dat daarentegen helemaal niet.

It contained a semi-permeable white mousse — the sort of stuff they use to drown teenagers in Ibiza, or pump into cavity walls. I dumped in two spoonfuls of sugar. It rejected them. Having beaten the malevolent epidermis with the collection of plastic and wooden things provided, I managed to make it sink. Then using both hands, I took a sip. Then a gulp. Then chewed.

I had the momentary sense of drowning in snowman’s poo, then, after a long moment, a tepid sludge rose from the deep. This was reminiscent of gravy browning and three-year-old Easter eggs.

How can anyone sell this stuff? […] [123]

A.A. Gill, Table Talk
Sweet and Sour. Salt and Bitter

271 pagina’s
Weidenfeld & Nicholson, 2007

[x]opgenomen in het dossier: