Overal ziet men zichzelf ~ Stan van Houcke

► door: A.IJ. van den Berg

Paul Theroux is nooit in Mongolië geweest, in zijn reisboeken. Stan van Houcke bezocht dat land wel, als verslaggever voor de VPRO-radio. En hij schreef er impressies over op in dit boek. Bovendien is dat een bundel met reisreportages, die op verschillende momenten plaatsvonden; waar Theroux telkens éen lange reis beschrijft

Helemaal éen op éen is Overal ziet men zichzelf niet te vergelijken, met boeken als The Pillars of Hercules of Ghost Train to the Eastern Star; waarin veel van de zelfde landen voorkomen. En toch wil ik deze vergelijking wel trekken. Omdat er iets aan de reportages is van Stan van Houcke dat het werk van Paul Theroux inhoudelijk in de schaduw stelt. En hopelijk lukt me hardop denkend om te formuleren wat precies.

Beide mannen komen onderweg telkens met interessante mensen aan de praat. Maar de observaties die dit oplevert nemen nooit veel ruimte in — ze bevestigen ook vaak wat de schrijver al aan sfeer heeft gegeven. Is het ergens onprettig, dan geeft zo’n gesprekspartner daar de pas echt tekenende onaangename details bij.

Het grootste verschil tussen beide auteurs is waarschijnlijk dat Theroux weliswaar de moeilijkheden niet ontloopt, maar toch ook niet per se opzoekt. Terwijl Van Houcke de ouderwets journalistieke neiging niet kan onderdrukken naar de brand toe te lopen, om daar zelf te kijken. Zo is hij aan de Iraakse grens, als dat land wordt binnengevallen door het Turkse leger.

Van Houcke komt nooit ergens zomaar — daar is hij de man ook niet naar, gezien ook de titel. Toch speelt het toeval een rol. Maar niet hij, of zijn verblijf ergens, vormen de hoofdmoot van de reportage — wat hij aantreft, is dat wel.

En in de maat die dit boek biedt, werkte dat goed. Ik probeerde bijvoorbeeld eerder zijn werk De eeuwige oorlog, over het Palestijns-Joodse conflict, maar dat bleek me veel te dik; omdat er toch vrij veel voorspelbaar is aan de verhalen daar. Een reportage over Israel van 21 pagina’s, zoals in dit boek, kan ik wel goed aan. Mag daar nog rustig een verhaal van 24 pagina’s over de problemen in Libanon bij.

Heeft Paul Theroux tenslotte wel éen ding voor. Het raamwerk van die ene reis in dat boek maakt dat de reportages in het ene land schijnbaar vloeiend overgaan in het verslag over de volgende bestemming. Zijn boeken hebben een ritme, met climaxen, en rusten.

Een bundel met los werk als deze, waarbij het ene moment de armoede in Armenië beschreven wordt, en het volgende ogenblik de stagnatie in Portugal, blijft iets fragmentarisch houden. Scherven zijn het, waarvan de randen soms snijden; maar scherven ook waarvan het jammer is dat die tezamen niet iets completers opleveren.

Stan van Houcke, Overal ziet men zichzelf
269 pagina’s
Atlas, 1999

[x]