Stiller ~ Max Frisch

► door: A.IJ. van den Berg

De roman Stiller is van grote betekenis in het oeuvre van Max Frisch [1911 — 1991]. En niet te vergeten voor zijn uitgever ook. Het boek bezorgde hem zijn doorbraak, en Suhrkamp had er zijn eerste million-seller mee.

Voortaan kon Frisch zich aan enkel het schrijven wijden.

Ik kon alleen nooit heel veel met dit boek. Reden om er nog eens een leesprojectje aan te wagen. Om te kijken of ik er langzaam lezend misschien wel iets aan had.

Alleen bleef er een afstand.

Wat daarmee de vraag opriep waarom dit was. En ik vermoed dan dat al wat me aan Stiller bevalt in latere romans door Max Frisch zelf al overtroffen is.

In de roman Homo Faber zijn de spannende avonturen in de jungle echt, bijvoorbeeld, en niet enkel verhaaltjes, verteld door een hoofdpersoon — zoals in Stiller gebeurt.

En in Mein Name sei Gantenbein zijn niet enkel de personages bezig met de vraag wat precies hun identiteit bepaalt. Nee, Frisch zelve hernam het verhaal enkele malen in het boek. Om zo te zien of het nog verschil zou maken als hij zijn personages ineens een ander beroep gaf.

En misschien is het nog simpeler, en ligt het probleem bij mij. Omdat ik Frisch’ werk leerde kende via de roman Montauk, en de beide dagboeken. En ik daarmee gewend was geraakt aan een schrijver die telkens na een korte passage al van register wisselde, en dan iets anders ging doen. Stiller is zo bezien nog een relatief klassiek geschreven boek; waarin de auteur dacht dat uitleg nodig had wat in zijn latere werk geen uitleg meer krijgen zou. Dit boek was kortom veel te dik.

Kwam daar de fout bij dat het belangrijkste personage in de roman in het gevang zit. En daarmee vrijwel niets kan. Bovendien ligt het plot van het boek daarmee al grotendeels vast, wil de hoofdpersoon een toekomst hebben. Of hij blijft opgesloten, of hij wordt vrij. Meer smaken zijn er niet. Koos Frisch er ook nog voor om zijn hoofdpersoon vrij te krijgen via een onverwacht verschijnende broer, die kalmpjes alle boetes betaald die de Zwitserse overheid heeft kunnen verzinnen. Dat is niet eens een verhaalontwikkeling. Dat is zo boeiend als een overheidsinformatiespot.

De roman begint met de zin: ‘Ich bin nicht Stiller!’ Alleen wist ik vooraf aan het lezen al beter. De hoofdpersoon is op doorreis in Zürich opgepakt, waar hij herkend werd als de beeldhouwer Anatol Ludwig Stiller; die verdacht wordt van spionage voor de Russen.

Zelf beweert hij een Amerikaan te zijn, met de naam James Larkin White. Maar bijna niemand gelooft dit.

Zeven schriften schreef de hoofdpersoon vol in deze roman, als hij zit opgesloten; om zijn aanklagers de achtergrond te schetsen van wie hij was. Waarin hij zich een volkomen onbetrouwbare verteller toont.

En dat is niet erg. Daar was zelfs enig leesplezier aan te beleven. Op de momenten namelijk dat nog onzeker is of Stiller nu White is of niet, en de man aan zijn advocaat en zijn bewaker enorme zwetsverhalen vertelt.

Punt werd wel dat de biografische feiten waar ik graag meer over had gelezen amper in het boek voorkomen. Zo zou Stiller in de Spaanse Burgeroorlog hebben meegevochten.

Ook over zijn beroep — hij is beeldhouwer — wordt vrijwel niets verteld. Behalve dan dat Stiller een licht atelier had.

Is er rond 1950 nog een vlucht van hem naar de VS, om zichzelf helemaal opnieuw uit te vinden; waarbij Stiller een zelfmoordpoging deed. En daar staat het boek al evenmin uitgebreid bij stil.

Nee, bovenal gaat het verhaal in de roman om twee relaties. Om Stiller’s huwelijk met ziekelijke ballerina Julika, en om diens affaire met Sybille; die later de vrouw blijkt te zijn van de openbare aanklager in zijn strafzaak.

En juist door deze verhaalelementen vermocht ik het verwijt te begrijpen dat zo vaak tegen Frisch is ingebracht — net als tegen zo veel mannen van zijn generatie — dat hij geen vrouwen kon beschrijven. Levende wezens werden zij namelijk niet in dit boek. Schaakstukjes waren het, waarvan zo af en toe de positie wisselde; omwille van het grotere strategische plan van de schrijver.

In die zin vond ik aan Stiller te duidelijk dat het boek zestig jaar oud is.

En daarmee vermoed ik ook dat de goede reputatie van deze roman eveneens zestig jaar oud is. En voor wie dat dan wil, blijft dit een gegeven. Herijking van sommige reputaties vindt zelden plaats.

Max Frisch, Stiller
438 pagina’s
Suhrkamp, oorspronkelijk 1954

[x]opgenomen in het dossier: