Entwürfe zu einem dritten Tagebuch ~ Max Frisch

► door: A.IJ. van den Berg

Vier dagboeken zijn er nu uitgegeven van Max Frisch [1911 – 1991]. Twee verschenen er bij leven, en twee werden postuum gepubliceerd. Vorig jaar kwam een Berlijns dagboek uit; dat het minst doorgecomponeerd van alle lijkt; en daarmee waarschijnlijk het spontaanst is.

Dit derde dagboek — of althans de aanzet daartoe — volgt namelijk nog het stramien van het Tagebuch 1946 – 1949 en het Tagebuch 1966 – 1971. Dat zijn veeleer series aan korte teksten, die vele malen herzien werden voor publicatie, en absoluut geen aantekeningen die losjes op papier geworpen zijn aan het einde van de dag.

Van de eerste 174 pagina’s van het derde dagboek is ook zeker dat Max Frisch die zo bedoeld heeft. Wat daarop volgt zijn nog wat schetsen. Waarbij het typoscript enkele malen staat afgebeeld.

Dat bestaat telkens uit opvallend vol getikte pagina’s, waarvan dan bijna alle paragrafen naderhand zijn doorgekruist.

Ich schüttle Sätze, wie man eine kaputte Uhr schüttelt, und nehme sie auseindander; darüber vergeht die Zeit, die sich nicht anzeigt.

Ik hikte tegen het lezen van Entwürfe zu einem dritten Tagebuch aan — vanwege mijn argwaan tegen vrijwel alles dat verschijnt na de dood van een bekend schrijver, en dan hoogstens de uitgever beter maakt.

Toch kan het best zijn nu al het beste boek van dit jaar gelezen te hebben. Frisch gaf me veel te overdenken. Terwijl tegelijk ook een groot deel van dit boek langs me heen ging.

Alles waar de blurb zo enthousiast op wijst, liet me namelijk koud. Max Frisch begon dit derde dagboek in het voorjaar van 1982. Hij woont dan in New York, waar hij een relatie heeft met een veel jongere vrouw: Alice Locke-Carey — die ook beschreven is in de roman Montauk, en daar ‘Lynn’ heet.

Het gaat uit met haar, in de loop van dit dagboek. Waarbij de lezer wel iets van haar verwijten aan hem krijgt, maar Frisch verder niet reflecteert waarom het mis was gegaan. Hoogstens is er een pijnlijke passage over impotentie.

Alleen past die opmerking over zijn lichamelijke problemen nu net ook bij Frisch’ eeuwige reflecties over ouderdom. Een goede vriend van hem heeft plots nog slechts een korte tijd te leven, vanwege vergewoekerde kanker. En dat doet wat met de auteur — die in alle boeken uit de jaren tachtig toch al zo overmatig ruimte besteedde aan gedachten over dood en leven.

Nee, het interessantst waren voor mij de minder hoogdravende observaties van Max Frisch. Zoals hoe hij worstelt met het Engels. Aan een brief in deze taal begint, dan telkens het woordenboek nodig heeft, om dan veel later met een heel andere brief te eindigen als hij zich had voorgenomen.

De schrijver heeft het telkens ook moeilijk met Israël in het boek bijvoorbeeld — want dat land is weer eens in oorlog met een buur, en staat ondertussen zowat voor de poorten van Beiroet. Frisch meent dat hij daar dan iets meer van moet vinden dan dat oorlog zo deprimerend is.

Alleen zal hij die wijsheid dan zelf moeten uitvinden. Hem valt op dat met geen Amerikaan over politiek te praten is. Ze begrijpen daar de positie van hun eigen land in de wereld niet. Er is geen enkele weet van de agressieve indruk die de buitenlandpolitiek maakt van het land.

De Koude Oorlog woedde nog. En Frisch vindt allereerst dat zowel de Amerikanen als de Russen zijn Europa iets te vanzelfsprekend als het strijdtoneel zien voor een eventuele militaire confrontatie.

Men begrijpt niet eens waar Frisch het over heeft als hij hen daarover iets probeert uit te leggen. Vrijheid voor wie?

Entwürfe zu einem dritten Tagebuch is geen al te omvangrijk boek. Elk van Frisch’ aantekeningen kreeg een eigen pagina — zelfs al had hij hoogstens een zin of twee geschreven. Toch las het niet als een dunnetje, of als een postuum omzetmakertje.

Verder tekende ik onder meer aan:

Was erwartet man von einem Schriftsteller?
Dass er Interviews gibt. [27]

scheiding

Amerika (USA) ist im Grunde nicht kriegerisch, sondern lediglich kommerziell; Krieg als die Fortsetzung des Geschäftes mit anderen Mitteln. [79]

scheiding

DIE MEHRHEIT IST DER UNSINN!
sagt Demetrius bei Friedrich Schiller.
Wie mich das einmal empört hat!
Auch Adolf Hitler wurde von einer Mehrheit gewählt. [169]

Max Frisch, Entwürfe zu einem dritten Tagebuch
Herausgegeben und mit einem Nachwort von Peter von Matt

215 pagina’s
Suhrkamp, 2010

[x]opgenomen in het dossier: ,