Montauk ~ Max Frisch

► door: A.IJ. van den Berg

Dit boek riep een wat merkwaardige vraag op. Was Max Frisch mijn eerste dode literaire held? Was hij de eerste schrijver wiens overlijden zo’n grote indruk maakte dat ik daar nu nog weet van heb?

Ik herinner me in elk geval toentertijd een intensief gesprek gevoerd te hebben over Frisch, en dat was bij andere doden niet zo. Renate Rubinstein, toch ook hier regelmatig geboeklogd, en zeker een favoriet, stierf een jaar eerder. En van die gebeurtenis heb ik niet eens krantenknipsels bewaard.

De vraag kwam bij me op, omdat ik dit boek van Frisch heel erg goed vond, maar vrijwel zeker weet het in 1991 om precies dezelfde redenen te hebben bewonderd. Terwijl Montauk grotendeels het boek van een oude man is, die erin terugkijkt op zijn leven. Blijkbaar maakte dit niet uit. Volstond het me om de melancholie te proeven, zonder de melancholie in detail te kunnen begrijpen.

Een mens wordt blijkbaar nooit ouder, en leert ook maar amper iets bij.

Wel viel me bij herlezing nu pas op dat de werkwijze van Galeano, om een groot verhaal te vertellen in een mozaïek van fragmenten, lang zo uniek niet is als ik dacht. Frisch doet niet anders — zij het dat de fragmenten in deze roman dan zijn aanwezigheid nog als constante hebben.

Montauk is de naam die de lokale bewoners gaven aan de noordpunt van Long Island — bij New York, schijf ik er maar bij. Frisch is in de VS op ‘Lesereise’, en gaat onderwijl een halfslachtige relatie aan met een veel jongere vrouw, die hij ontmoette tijdens een fotosessie.

Alleen dat gegeven al laat hem terugkijken op de vele vrouwen in zijn leven — waarvan Ingeborg Bachmann wel de bekendste was.

Namen noemt hij overigens niet, en dat die afgestudeerde filosofe Bachmann was, wist ik volgens mij bij eerste lezing misschien ook niet. Het idee dat zulke informatie binnen een paar tellen te vinden zou zijn, via dezelfde kabel waarover de TV binnenkwam, of de telefoon, was toen trouwens ook nog science-fiction.

Aan dit boek valt onder meer dat Frisch zichzelf ‘lastige vragen’ stelt, zoals hij die geformuleerd heeft in het Tagebuch 1966 – 1971. Niet altijd voelt hij zich geroepen die te beantwoorden. Meestal niet.

Ik pas verhalen als kledingstukken

Ik heb mijzelf mijn leven verzwegen. Ik heb een of ander publiek bediend met verhalen. Ik heb mij in die verhalen bloot gegeven, ik weet het, totdat ik onherkenbaar werd. Ik leef niet met mijn verhaal, alleen met de delen daarvan die ik tot literatuur heb kunnen transformeren.

Max Frisch, Montauk, 109

Max Frisch, Montauk
Een vertelling

144 pagina’s
Meulenhoff, zonder jaartal
vertaling door Hans W. Bakx van Montauk, eine Erzählung, 1976

[x]opgenomen in het dossier: