Vluchten ~ Ethel Portnoy

► door: A.IJ. van den Berg

In een gesprek hoorde ik mijzelf ineens zeggen Ethel Portnoy misschien wel een betere schrijver te vinden dan haar ex-man Rudy Kousbroek.

Beide zijn op een eigen manier prettig dwars. Maar Portnoy’s milde humor ligt me beter. En haar boeken kan ik waarschijnlijk vaker herlezen, om daar dan toch telkens iets nieuws in aan te treffen, dan me met die van Kousbroek lukt.

En toen herlas ik de bundel Vluchten, en was er spijt van mijn drieste uitspraak. Want deze verzameling reisverhalen is niet zo bijzonder. Die is hoogstens speciaal als tijdsbeeld. Kijk journalisten, ooit bestonden er in Nederland tijdschriften die het budget hadden om iemand met de Oriënt Express mee te sturen. Naar Disney World in Florida te laten vliegen voor een korte reportage.

Acht reisverhalen staan er in Vluchten. En allemaal lijden ze aan hetzelfde euvel. De schrijver is telkens even in een vreemde omgeving, en moet daar in korte tijd dan een bijzonder verhaal aan overhouden. Dit kan bijna niemand. Daar is ruimte voor nodig, om dingen te laten gebeuren, en dan nog eens afstand te nemen van alles. Al dat ontbreekt.

Juist wat het toeval dan op iemands pad brengt, krijgt in zulke doorsneereportages gauw een te grote betekenis.

De succesvolste reisschrijvers nemen daarom vaak een rol aan, of anders zoeken ze het in bijzondere taalacrobatiek.

Ethel Portnoy heeft normaliter als extra kwaliteit dat ze werd opgeleid tot antropoloog. En zo zichzelf kan dwingen om iets meer afstand te nemen tot wat ze ziet.

In andere boeken lukte het haar beter om zo een verrassend perspectief te kiezen. Zelfs al gaan ditmaal enkele reisverhalen over een zo prettig onderwerp als religie — want fanatiek gelovigen doen gauw raar voor wie dezelfde passie niet deelt. Zo bezocht ze Rome toen Johannes Paulus daar nog een sexy Superpaus was, en bekeek ze erg traditionele joden in New York. Van het soort dat liever niet nabij vreemde vrouwen verkeren; want die zouden per ongeluk eens kunnen menstrueren.

Het valt me moeilijk te verklaren waarom zulke reportages dan toch weinig indruk maken. Bleef Portnoy te veel aan de buitenkant steken?

Aan haar werk is normaal zo te waarderen dat ze de lezer voor vol aanziet, en niet alles eindeloos uitlegt. Dus zou het geen probleem horen te zijn dat ze oppervlakkig bleef.

Misschien speelt bij dit boek te zeer mee dat deze reportages voor een duidelijk omschreven publiek geschreven werden; mensen die de toenmalige glossy Avenue lazen bijvoorbeeld.

Ethel Portnoy, Vluchten
Reisverhalen

141 pagina’s
Meulenhoff, 1984

[x]