Freud, Stalin en Dostojevski ~ Karel van het Reve

► door: A.IJ. van den Berg

Omdat Marius wil niet in Joegoslavië wonen me wat tegenviel — het was te zeer verouderd — las ik deze bundel daar meteen achteraan. Die is van tien jaar later, dus ook nog van ruim voor de val van de muur, maar toch opvallend tijdlozer.

Al gaan artikelen over Freud, Nabokov, Stalin, of Dostojevski wel degelijk over al lang dode witte mannen, zij blijven toch nog wel even een onderzoek waard.

Van het Reve licht in dit boek onder meer uitgebreid toe waarom hij Dostojevski niet kan lezen. Die weerzin is misschien groter dan normaal, omdat hij wel geacht werd over deze schrijver college te geven. Tegelijk gebruikt Van het Reve de kennis die hij daardoor over het leven van Dostojevski opdeed, om kritiek op Freud te uiten. De Russische schrijver is namelijk éen van de weinige patiënten van wie de levensloop objectief te vergelijken is met de interpretatie door Freud daarvan. Daardoor valt op dat feiten voor Freud niet bijzonder zwaar tellen.

De laatste zestig pagina’s van deze bundel zijn gevuld met aantekeningen, die vrijwel zonder uitzondering werden herdrukt in Ik heb nooit iets gelezen. Slechts vijf stukjes blijven uniek voor dit boek.

Van de rest zijn de essays ‘Nabokov als docent’, ‘In memoriam John Collier’, en ‘In memoriam Sam de Wolff’ herdrukt in Een grote bruine envelop.

Uit wat er overbleef vond ik Van het Reve’s vergelijking tussen Tsjechov en Maarten Biesheuvel nog het aardigst, omdat hij daarin iets probeert te verwoorden over wat goed schrijven is. Tegelijk constateert hij dat de grootheid van beide auteurs er nu juist in zit dat ze het zich kunnen veroorloven algemeen geldende regels voor goed schrijven geheel te negeren.

Karel van het Reve, Freud, Stalin en Dostojevski
226 pagina’s
G.A. van Oorschot, 1982

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden