Verzameld werk 4 ~ Karel van het Reve

► door: A.IJ. van den Berg

Bij het vierde deel uit het verzamelde werk van Karel van het Reve is ondertussen duidelijk dat de reeks éen opvallend grote extra waarde heeft. De samenstellers gaan namelijk strikt chronologisch te werk. Daardoor bevat elke band naast de boeken die in een bepaalde periode verschenen ook een soms opvallend grote hoeveelheid niet eerder gebundeld werk.

Ditmaal is dat een groot genot, anders dan bij bijvoorbeeld het eerste deel.

Zo bevat Verzameld werk 4 een kleine 600 pagina’s met teksten die eerder in kranten en tijdschriften verschenen, maar anders waarschijnlijk in de archieven daarvan waren vergeten.

Deze aflevering bergt columns, essays, redevoeringen, en aantekeningen die Van het Reve schreef in de periode 1973 tot en met 1980. In deze jaren verschenen de boeken Uren met Henk Broekhuis, en Een dag uit het leven van de reuzenkoeskoes. Die ene titel is al eens geboeklogd, de andere zal ongetwijfeld nog eens volgen. Beperk ik me daarom tot wat het ongebundelde werk me zei.

En dat is veel. Deze verzameling maakte me blij, alsof me plots twee, drie volkomen onbekende boekdeeltjes Van het Reve geschonken werden, met nieuwe heldere waarnemingen. Daar, waar ik dacht alles van dat werk inmiddels wel te kennen.

Nu goed. Jeroen Brouwers schreef ooit hatelijk over Karel van het Reve dat zijn werk bestaat uit herhalingen van steeds hetzelfde. En heel negatief gesproken is inderdaad over dat ongepubliceerde werk te zeggen dat veel daarvan al bekend lijkt, uit de andere boekpublicaties. Maar voor mij werkte het eerder omgekeerd. Artikelen of redevoeringen die ik alleen in hun isolement kende, kregen ineens een verduidelijkend kader.

Zo bleek onder meer dat Karel van het Reve het pamflet van Jeroen Brouwers tegen de jongetjesliteratuur maar niets vond. Wat vervolgens Brouwers’ aanvallen ad hominem begrijpelijker maakten — en trouwens ook dommer.

En, hoe prettig ik Van het Reve’s uithalen tegen de literatuurwetenschap ook vind, in de Huizinga-lezing Het raadsel der onleesbaarheid. Eerder had ik hem toch niet gehoord over de onmogelijke theorieën van zijn universitaire collega’s. Maar Verzameld werk 4 gaf me zo al vier columns over een onleesbaar standaardwerk van Maatje, die steeds hilarischer werden.

Bovendien had ik weet van meerdere uitspraken die aan Karel van het Reve worden toegeschreven, en toch nergens in zijn boeken waren terug te vinden. Zo moest hij ooit de Nederlandse columnisten een zeldzaam hoog niveau hebben toegeschreven — misschien zo wel de aanleiding gevend voor het verschijnsel dat elke krant momenteel omkomt in de columnisten. In het Verzameld werk 4 las ik eindelijk zijn column met dit oeroordeel.

Interessant was verder onder meer dat ik Van het Reve’s oordeel een keer of wat rechtstreeks naast het mijne kon plaatsen. Wat dan nogal verduidelijkte hoe hij keek. Zo besprak hij Jacques de Kadt’s Politieke herinneringen van een randfiguur. Waarbij hij dan wel, anders dan ik, de kennis had om te beoordelen wat er waar was van die memoires, of waar De Kadt’s denken nog gekleurd werd door Marxistisch idioom. Tegelijk vonden we beiden dat het boek verreweg het interessantst was in de strikt persoonlijke herinneringen.

Mooier nog dan streng door Van het Reve op denkfouten of intellectuele luiheid te worden gewezen, is het om zonder het te weten zijn conclusies te delen.

Veel zegt het ook om zijn recensie naast de mijne te kunnen plaatsen, en die van hem in bepaalde opzichten wat lui te vinden. Kon hij nog zo goed schrijven, was het soms ook wel terecht als teksten niet werden gebundeld.

Karel van het Reve, Verzameld werk 4
1016 pagina’s
Uitgeverij G.A. van Oorschot, 2010

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden