Bloedende trein ~ Bob den Uyl

► door: A.IJ. van den Berg

Den Uyl is éen van de weinige schrijvers die ik op de middelbare school al las, en nu nog altijd lezen kan. Toch hoort deze bundel verhalen tot de boeken die me vrijwel onverschillig laten. Dit komt omdat ik twee van de vijf opgenomen verhalen veel te knullig vind.

Jeroen Brouwers meldt nog in De schemer daalt dat Den Uyl waarschijnlijk de eerste was die de naam euro gebruikte voor een betaalmiddel. Dit deed die in het verhaal ‘De grote klap’. Daarin komt de hoofdpersoon tot zijn verbazing bij in het jaar 2080, na bewusteloos te zijn geraakt in het jaar 1980. Helaas klopt de logica van dit verhaal niet voor mij, en die heeft dat ook nooit gedaan. Als buiten alles veranderd is, en binnen in het huis van de ik-persoon niets, hoe kan die het nieuwe jaartal aflezen op het kaft van zijn agenda?

Dus is dit verhaaltje meteen te rangschikken in het genre: en toen werd ik wakker, en was alles een droom.

Het titelverhaal ‘De bloedende trein’ vind ik ook zeldzaam onhandig in zijn schets van wat er gebeurt tijdens een verrassingstocht per spoor. Zelfs als Den Uyl het verhaal allegorisch bedoeld heeft, door met dat dagtochtje eigenlijk een gemiddelde vakantiereis te bedoelen, blijft het onnozel.

Daarmee blijven er drie verhalen over, van tezamen 93 pagina’s, die dit boek de moeite waard maken om nog eens te lezen. En waarom die dan wel? Omdat ze over niets gaan, maar door de formuleringen van de schrijver toch over alles handelen. Het zijn alledrie afleveringen in het lange feuilleton dat Bob den Uyl terloops over zijn leven schreef, en het vele waarover hij zich in dat bestaan verbaasde.

Bob den Uyl, De bloedende trein
Verhalen
168 pagina’s
Querido, 1980

[x]