Met een voet in het graf ~ Bob den Uyl

► door: A.IJ. van den Berg

Het heeft geen zin om alle vier de vroege verhalenbundels van Bob den Uyl te herlezen. Zo veel kan ik wel concluderen na nu de drie-na-oudste en de twee-na-oudste van die boeken te hebben doorgenomen. In een wereld vol van grote verhalenschrijvers doen de eerste pogingen van Den Uyl er gewoon te weinig toe.

Zelfs in vergelijking met wat hij later kon.

En lezen moet geen werk worden, maar een plezier blijven.

Met een voet in het graf is om twee redenen nog wel vermeldenswaard. Zo worden de verhalen om en om afgewisseld met een gedicht. Daarvan is het eerste ook bekend geworden buiten het boek:

Ik word al ziek als ik aan schrijven denk,
laat staan als ik achter de schrijfmachine ga zitten,
zwetend van angst.
Verschrikkelijk toch
als je daarmee je geld moet verdienen.

Verder is het verhaal ‘In ’t groene dal’ te zien als een prettige voorafschaduwing van wat hij later echt ging beheersen. Het ijzige autobiografische gezanik. Den Uyl is daarin op fietsreis, belandt daar waar hij niet wil zijn, en heeft vervolgens alle mogelijk moeite er weg te komen. Ditmaal loopt hij wat verdwaasd rond in Ronse, met een wielerpetje op dat Rik van Looij aanmoedigt. Het verblijf daar verleidt hem onder meer tot een prachtige litanie tegen filterkoffie. En tot geklaag over Vlaanderen. En tegen Noord-Frankrijk.

Bob den Uyl, Met een voet in het graf
136 pagina’s
Em. Querido’s Uitgeverij, 1971

[x]