Reizen vereist sterke zenuwen ~ Bob den Uyl

► door: A.IJ. van den Berg

Het idee lijkt zo logisch. Van een schrijver die tijdens zijn leven voornamelijk bundels uitgaf, met verhalen, is ook een superbundel uit te geven; door uit al die losse publicaties telkens het beste te plukken. Verzamel dit dan in éen band.

Zo bezien zou de bloemlezing Het reizen vereist sterke zenuwen voor mij de mooiste bundel van Bob den Uyl [1930 — 1992] moeten zijn die er bestaat. Beviel aan zijn werk me niet vooral het eeuwige feuilleton over zijn eigen leven? En ging hij daarin niet telkens op reis?

Waarop bleek dat ook zo’n verzameling van enkel hoogtepunten zijn grote beperkingen kan hebben. Want eens Bob den Uyl zijn manier van werken had gevonden voor de reisverhalen, door daar telkens terzijdes in in te lassen, en een heel nummer te maken van futiliteiten, kregen al deze verhalen wel die zelfde toon.

Een boek vol is dan ineens veel. Niet om de inhoud. Maar om hoe de inhoud gebracht wordt.

Zijn nogal wat losse bundels van hem mij liever, omdat die meer afwisseling hebben in toon. Viel me bovendien op dat er niets uit zijn voor mij beste boek, Een zwervend bestaan, is opgenomen in Het reizen vereist sterke zenuwen. Terwijl Den Uyl toch ook daarin onderweg was.

Alles wat wel in deze bloemlezing is opgenomen, had ik al meermaals gelezen. Niet zelden voor het eerst als tiener al. Zoals altijd bij het herlezen van ooit geliefd materiaal was er daarom de vraag óf ik nog iets aan de verhalen beleven kon. Daarnaast speelde mee of een bloemlezing me anders naar Den Uyl’s teksten zou laten kijken.

En mij viel vooral op dat losse kennis uit de biografie van Nico Keuning ineens de blik mee kleurde. Niet dat Bob den Uyl ooit geheimzinnig heeft gedaan dat hij angsten had, toch leken de terloopse verwijzingen daar naar me nu ineens extra op te vallen.

Waren er zo verzameld ineens ook nog opvallend veel hints naar zijn jeugd in het platgebombardeerde Rotterdam.

Tegelijk gaat het bij Den Uyl allereerst om zijn kurkdroge toon. Want een plot hebben die reisverhalen nooit, en zo veel gebeurt er nu ook weer niet in. Alleen weet de schrijver fraai te klagen over alle kleine leed en de ongemakjes die de reiziger aangedaan worden, enkel omdat deze zo onnozel was om op pad te willen gaan.

Er spreekt een soort hyperbewustzijn uit die reisstukken — voortkomend uit alle ongemak, of desnoods mede door al die overwonnen angsten. Dus geeft hij altijd veel details. Wat de verhalen ook weer komisch kan maken, en waardoor ze wat mij betreft eeuwig herleesbaar blijven. Zelfs al speelt wel heel veel zich in de jaren zeventig af, en is dat inmiddels haast een halve eeuw geleden.

Tegenwoordig gaan de mensen veel verder weg bijvoorbeeld, op reis, dan Den Uyl op zijn fiets deed.

Bob den Uyl, Het reizen vereist sterke zenuwen
334 pagina’s
Thomas Rap, 2010

[x]