Logologische ruimte ~ Rudy Kousbroek

► door: A.IJ. van den Berg

Dit boek is me eerder altijd ontgaan, terwijl Kousbroek ooit toch een held was. Desalniettemin kende ik gedeelten al, omdat die ook elders verschenen. Zo staan al Kousbroek’s bijdragen aan de oerversie van de Opperlandse taal en letterkunde ook in dit boek. Want, het gaat grotendeels over spelen met taal.

Een vraag die regelmatig terugkomt op dit boeklog is of losse stukken winnen bij bundeling, of helemaal niet. Ook de opstellen in De logologische ruimte verschenen eerder ergens in couranten. En daar zullen ze de ernst van de andere artikelen waarschijnlijk prettig doorbroken hebben. Ik kan dat slecht inschatten. Niemand schrijft tegenwoordig nog zulke stukken.

Door alle werk van Hugo Brandt Corstius, Gerrit Komrij, Rudy Kousbroek lijkt het me ook vrijwel onmogelijk zelf nog wat met het Nederlands te spelen en daarbij origineel te zijn.

Ik las grote delen van dit boek met nostalgie; in het idee dat ik de inhoud twintig jaar geleden aanmerkelijk leuker had gevonden. Toen het Opperlands nog werkelijk voor me leefde, en niet begraven was in dat veel te dikke naslagwerk van een paar jaar geleden. Maar die nostalgie voelde wel goed trouwens.

Ik begrijp onmiddellijk wat Kousbroek bedoelt als hij op de humoristische kwaliteit van een zin wijst als: ‘A man, a plan, a canal: Suez!’ [De beroemde Engelstalige palindroomzin eindigt met Panama]. Hij vond in mij een goede verstaander. Dat was niet onprettig.

Maar meest houdbaar voor mij bleken toch zijn eigen recensies in dit boek, al waren veel titels me ook al bekend. Zo ben ik het met Kousbroek eens dat het Oera Linda Bok tegenvalt bij het lezen; dat het veel leuker is te fantaseren over wat er allemaal geschreven had kunnen worden over de Friezen die ooit goden waren.

Rudy Kousbroek, De logologische ruimte
Opstellen over taal

181 pagina’s
Uitgeverij Meulenhoff © 1984


[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden