Archeologie van de auto ~ Rudy Kousbroek

► door: A.IJ. van den Berg

Ik herinnerde me niet dit boekje eerder gelezen te hebben, maar dat was wel degelijk het geval. Het heeft er indertijd zelfs voor gezorgd dat ik Kousbroek als autoriteit ben gaan wantrouwen.

In het eerste hoofdstuk klaagt hij namelijk dat wij zo’n rare afkeer van zuiver geometrische vormen hebben. Waarom moeten al onze gebruiksartikelen toch vage ronde stroomlijn bezitten? Dit gaat in een adem met zijn beklag dat niemand verstand van technologie heeft, en dat stoorde mij toen.

Iedereen die weleens heeft nagedacht over hoe staal verwerkt moet worden, weet namelijk dat zo’n vage ronde stroomlijnvorm boven alles al bij een dunne plaat erg stevig is. Weinig materiaal gebruiken is goedkoop, en levert lichte producten op.

Enfin.

Had hij die basiskennis over staal wel gehad dan had Kousbroek ook wat leuker kunnen vertellen over waarom zijn Citroën HY van golfplaat was gemaakt. Bijvoorbeeld.

Dit is overigens geen onaardig boekje. Kousbroek mijmert wat over de relatie tussen vorm en functie. Klaagt zoals gewoonlijk dat auto’s vroeger meer karakter hadden. En verhaalt over een gouden tijdperkje even na de oorlog toen auto’s voor bijna niets werden weggegeven die tegenwoordig onbetaalbare klassiekers zijn geworden.

Wel is het wat dun.

Rudy Kousbroek, De archeologie van de auto
88 pagina’s
Uitgeverij Meulenhoff © 1989


[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden