Gossip ~ Joseph Epstein

► door: A.IJ. van den Berg

Als ik Joseph Epstein een favoriete schrijver noem, is dat om éen soort boeken dat hij schrijft. De bundels met essays. Maakt niet uit of dat essays zijn over literatuur of dat de stukken een meer persoonlijke kleur hebben gekregen.

Maar Epstein schrijft ook korte verhalen. En als deze gebundeld zijn, heb ik die thuis zelfs in de kast staan. Alleen is het me nog nooit gelukt zo’n verhalenverzameling uit te lezen.

En Epstein schrijft ook weleens boeken over éen afgebakend onderwerp. Daar debuteerde hij zelfs mee. Zijn eerste boek ging deels over scheiden in het algemeen en over het einde van zijn eigen huwelijk in het bijzonder.

Echte monografieën of cultuurstudies worden deze boeken evenwel nooit. Daarvoor blijft Epstein te speels, en te zeer gericht op zijn eigen ervaring.

Als ik ze kort zou moeten beschrijven, dan zijn het allereerst stevig aangelengde essays. Homeopatisch aangelengde essays. Of zo’n boek nu over vriendschap gaat, snobisme, jaloezie, of ambitie.

Of, zoals in zijn meest recente uitgave, over roddelen.

En er is op zich niets op zo’n boek aan te merken. Het brengt amusement. Epstein is altijd goed voor een tekenende anekdote hier en daar. Maar in tegenstelling tot de essaybundels blijft er van deze boeken nauwelijks iets hangen na afloop.

Entertainments zijn het, in plaats van ‘literature’. Terwijl veel van de essays toch wel wat verder reiken, en het mij daarom verwart dat ik het ene boek van Epstein soms zo anders moet lezen dan zijn overige werk.

Aan Gossip viel me vooral de passage op die Joseph Epstein wijdde aan de betekenis van roddel in de literatuur. Menig boek gaat erover wat de goegemeente over iemand denkt, en wat daarvan klopt. Menig boek ook werd geschreven om over een ander kwaad te spreken.

Epstein noemt daarbij vooral het voorbeeld van Saul Bellow. Die na al zijn mislukte huwelijken nog eens wraak nam in een boek. Of die in de roman Ravelstein AIDS gaf aan het personage waarin heel goed de cultuurcriticus Allan Bloom is te herkennen.

Maar ook bij zo’n hoofdstuk merk ik allereerst van de voorbeelden te genieten. Geen moment ontstaat het idee dat ik nu het laatste woord lees over een ontwikkeling. Terwijl aan een boek over éen enkel onderwerp toch vanouds kleeft dat het tracht een totaalindruk te geven.

Misschien is Epstein als schrijver gewoon wel te gemakzuchtig voor dikke boeken. En werkt zijn vrijblijvendheid alleen goed in stukken op de korte baan — omdat daarin zo veel meer te suggereren valt, zonder dat er de last is zo’n uitspraak te hoeven bewijzen.

Gossip bewees mij in elk geval weer eens dat het beter is om favoriete boeken aan te wijzen dan favoriete schrijvers.

Joseph Epstein, Gossip
The Untrivial Pursuit

242 pagina’s
Houghton Mifflin Harcourt, 2011

[x]