Life Sentences ~ Joseph Epstein

► door: A.IJ. van den Berg

De bundel Life Sentences bracht me voor het eerst in aanraking met een essay van Joseph Epstein waar ik het aanvankelijk niet mee eens kon zijn. En dat was raar.

Zelfs al is Epstein erg in Henry James, beveelt hij dat werk ook altijd aan, en heb ik het al te gewrochte proza van die auteur nooit met enig plezier kunnen lezen. Sommig Amerikaans blijft een ondoorgrondelijk vreemde taal.

Doorgaans is het vrij makkelijk om helemaal met Joseph Epstein’s oordelen mee te gaan. Zijn betogen zijn helder. Zijn oordelen hebben een heel menselijke maat. Zelfs al vertelt ook Epstein weleens wat elk beschaafd mens al weet. Natuurlijk is Montaigne een held, die het verdient om gelezen te worden; zoals in een essay in deze bundel staat. Maar heeft iemand ooit anders beweert; behalve dan misschien een jaloerse tijdgenoot van hem?

De meeste essays in deze bundel gaan trouwens over schrijvers van wie de betekenis al vast ligt. Bovendien zijn de stukken veeleer biografisch dan kritisch. Al is Epstein er heel goed in om tijdens zo’n levensbeschrijving ook aan te geven wat in iemands werk nu nog de moeite waard kan zijn, en welke boeken inmiddels ergens in de tijd zijn achtergebleven.

En zelfs als grote delen van het oeuvre weinig meer te bieden hebben, klinkt altijd nog iets van respect, of in elk geval verbazing, door over het leven van de schrijver.

Het essay ‘The Man Who Wrote Too Much’ viel me daarom eerst op door de eenzijdigheid in zijn kritiek, en omdat Epstein de schrijver Robert Musil daarin wel heel erg terugdringt tot dat ene boek, Der Mann ohne Eigenschaften.

Net zo is het overigens onzin om Musil heilig te verklaren om een boek dat nooit af kwam. Ik zie te goed de gebreken van Der Mann… om dat ooit een lievelingsboek te kunnen noemen. Alleen bevalt me de satire wel, uit het eerste van de drie delen.

Musil zadelde zichzelf alleen op met eisen waaraan niemand zou hebben kunnen voldoen. Combineer feiten, liefst zo wetenschappelijk mogelijk, maar eens met mystiek.

Pas bij tweede lezing werd me duidelijk dat Epstein’s essay niet zo zeer een kritiek was, maar juist een verhaal over de tragiek van een mislukking. Twintig jaar van een leven werd verspild, aan een boek wat zo veel moest dat het alleen nog maar mislukken kon. En goed, dan blijk ik nog twijfels hebben bij sommige argumenten — Canetti aanhalen als ‘judge of character’ van Musil, ontkent te makkelijk hoe rancuneus Canetti kon zijn.

Maar hiermee toonde ik mijzelf toch weer eens hoe zeer vooroordelen de receptie kleuren. Ik wilde niet dat Musil zo makkelijk in de hoek werd gezet, dus werd het hele betoog, waarin de kritiek maar een onderdeel was, verdacht.

Herlezen blijft nu eenmaal het beste lezen.

Joseph Epstein, Life Sentences
Literary Essays

347 pagina’s
W.W. Norton & Company, 1997

* de essays in dit boek gaan over de schrijvers:
(gelinkte namen hebben een dossiertje op boeklog)

 


[x]