Dirkjan 21 ~ Mark Retera

► door: A.IJ. van den Berg

Is er nog te lachen om een stripreeks als Guust Flater? Die over een nietsnut van een kantoorbediende gaat, in een inmiddels onherkenbaar verleden? Van toen er nog geen computers waren op het werk? Blijven al die variaties binnen een uiteindelijk vrij klein kader nog leuk, op den duur?

En dan denk ik wel de humor nog te kunnen inzien van een Guust Flater-album. Of anders kan ik altijd nog naar Franquin’s ongeëvenaarde lijnvoering staren. Toch zijn deze boeken al lang niet meer de voor de hand liggende keuze als ik gewoon even prettige afleiding zoek in wat getekende plaatjes.

Liever lees ik dan éen van de inmiddels eenentwintig stripalbums van Dirkjan.

Het gegeven dat er tegenwoordig in oktober elk jaar een nieuw boek uitkomt, geeft die maand dan ook altijd net iets meer.

En vanzelfsprekend is er ook heel veel voorspelbaar aan deze strip. Zo werken humoristische strips nu eenmaal. Dirkjan blijft uitgesproken lelijk, en altijd even blij naïef, terwijl het bij zijn huisgenoot Bert zo vaak toch weer om diens zucht naar bier gaat. Tegelijk lijkt me de kracht van de Dirkjan-reeks dat deze verder werkelijk alle kanten op kan waaien.

De striphelden kunnen avonturen beleven in alle tijden, en daarbij elk historisch personage worden. Al krijgt dit personage vervolgens wel de standaard eigenschappen van een Dirkjan of Bert.

In album 21 zijn ze bijvoorbeeld ineens even Spanjaarden in de 16e eeuw die Zuid-Amerika nog te veroveren hebben.

Aan deel 21 vielen me voornamelijk twee dingen op. Ik merkte ineens dat niet alle afleveringen van de dagstrip — die in verschillende kranten verschijnt — de uitgave hebben gehaald. En enige mogelijkheid tot selectie lijkt me ook goed. Nadat de makers wel eerst alle mogelijke variaties op een grap hebben kunnen uitproberen vanzelfsprekend — in een krant valt dat niet op, waar dat wel zo is in een boek achter elkaar gezet.

Verder vielen me geen grappen op die verwezen naar een inmiddels achterhaalde actualiteit. Of het moest zijn dat de sociale media die de personages in de strip gebruiken over een tijd ingeruild zullen zijn voor een ander. In eerdere albums kwamen namelijk veel vaker grappen voor die merkwaardig snel zijn achtergebleven in de tijd. Dan moest ik bijvoorbeeld in een poppetje de artiest ‘Jim’ herkennen. Terwijl me niets bekend is over die Jim; omdat die bekend was geworden door TV-programma’s voor een publiek waartoe ik nooit behoord heb.

Of dan werd Balkenende ineens een personage. Terwijl niets een uitgave zo snel veroudert als het noemen van de naam van een even alom in de media aanwezige politicus — in de jaren voordat deze wel heel makkelijk switchte naar het internationale bedrijfsleven.

Nu ja, er is éen grap die ermee speelt dat de huizen verzakken in Groningen, door de gaswinning. Alleen is dat achtergrondkennis die de lezer zelf in mag vullen, geheel onnodig om de clou te begrijpen. En de schilderkunsten van Frank Visser komen aan bod; die momenteel enkel bekend is bij kijkers naar het TV-programma De rijdende rechter.

Humor ontstaat als er plots even merkbaar wordt afgeweken van een bestaande werkelijkheid. Alleen moet het publiek van de grappenmaker dan wel dus die werkelijkheid kennen, en mogelijk zelfs delen. Daar zit sowieso al een moeilijkheid.

Het dan allereerst in absurdisme zoeken, kon weleens het beste antwoord zijn op het probleem om grappig te blijven.

Mark Retera, Dirkjan 21
46 pagina’s
Mandarijn, 2015
[illustratie uit het besproken boek. click voor groter]

[x]opgenomen in het dossier: