Museums and Women ~ John Updike

► door: A.IJ. van den Berg

Updike lees ik om zijn taal, en om zijn kracht verhalen te vertellen. Niet vanwege de onderwerpen die hij behandelt. Bijna altijd schrijft hij over het leven in de Amerikaanse voorsteden namelijk. Interessant is hoe hij soms in een paar zinnen toch iets universeels over dat leven weet te schrijven, en dat dit in een perfect afgerond verhaal gebeurt. Niet dat die voorsteden zich in de VS bevinden.

Maar in Museums and Woman experimenteerde John Updike soms nogal vergaand met nieuwe onderwerpen. Dinosauriërs? Terwijl dat om mij niet op die manier hoeft. In dit boek staan ook verhalen waarin hij zijn metaforen totaal op de personages toespitst. Uiterst vermoeiend is dat. Ineens bestaan alle vergelijkingen dan uit fototaal, alleen omdat de hoofdpersoon toevallig fotograaf is.

Tegelijk staan in dit boek een paar klassieke verhalen die voor mij tot het beste horen dat hij ooit schreef. Dus merk ik telkens hoogstens tweederde van de verhalen in dit boek te willen lezen.

Ook op een andere manier vertegenwoordigt deze bundel voor mij een trendbreuk. Alle verzamelingen met verhalen die voor Museums and Women werden uitgegeven, zijn zonder meer prachtig. Wat daarna kwam, vind ik veel wisselender in kwaliteit, en herlees ik dan ook nauwelijks.

Misschien heeft dit te maken met het hier eerder opgemerkte gegeven dat Updike bijna altijd over personages van zijn eigen leeftijd schrijft. Zijn boeken van na 1972 gaan over mensen die ouder zijn dan ik, met andere problemen.

Niet dat ik per se alles zelf moet mee hebben gemaakt, om instemmend te kunnen knikken bij Updike’s beschrijvingen, overigens. Misschien wel de boeiendste verhalen in dit boek gaan over de huwelijksperikelen van de autobiografisch aandoende familie Maple. En ik heb alleen al die vier kinderen niet.

John Updike, Museums and Women
And Other Stories

235 pagina’s
Penguin Books 1975, oorspronkelijk 1972


[x]opgenomen in het dossier: