Place de la Concorde Suisse ~ John McPhee

► door: A.IJ. van den Berg

Zoals de McPhee’s gaan, is deze wel goed, maar niet uitzonderlijk. Dus vraag ik me af waar die kleine teleurstelling aan ligt. Misschien komt het omdat McPhee eerder een portret schetst van een land, dan van éen of twee interessante mensen daar in. Misschien omdat het jaar van publicatie nog in de Koude Oorlog viel, en er toen een duidelijke vijand was waar een Middeleuropees land zich tegen wapenen moest.

Er wordt me wat te veel gehamerd op de guerrillatactieken die Zwitserland heeft om zich bij een inval te verdedigen. Het boek biedt me te veel feiten, en te weinig mensen om die feiten levend te maken.

Toch was het een gouden greep om na te gaan wat het betekent om een man te zijn in Zwitserland, met een militaire dienstplicht die er dertig jaar duurt. Niet alleen die lange tijd betekent iets — het hele bedrijfsleven en de overheid weet dat hun personeel regelmatig op herhalingsoefening gaat. Maar ook de beslissing die mannen al jong in hun leven nemen, kan hun hele carrière bepalen. Wel officier of niet officier worden? Tot de kaste van de leidinggevenden toetreden, of daar buiten blijven?

Wie voor carrière in de militie kiest, erkent zich daar vele uren extra voor te moeten gaan inspannen. Zelfs een baan in het buitenland komt nog met de verplichting thuis op herhaling te moeten. Wie liever gewoon soldaat blijft, weet dat het veel moeilijker wordt om hogerop te komen bij tal van organisaties.

Dienstweigeraars hebben overigens helemaal geen leven in Zwitserland.

McPhee laat onder meer zien dat top-managers van de grote Zwitserse banken ook een hoge rang hebben in het leger, en dat het ene bestaan invloed heeft op het andere.

Hij laat het Zwitserse bankwezen zelfs beginnen met een soldaat. Eeuwen had het land weinig te exporteren, behalve huurtroepen. Die waren overal in Europa zeer geliefd om hun vechtkracht en organisatie, maar kostten veel.

En wat hij wel probeert, maar waar hij mij wat minder goed in slaagt dan in andere boeken, is om verschillende portretten te maken.

Meest geslaagd is nog dat McPhee op oefening gaat met soldaat Luc Massy. Die is in het dagelijks leven een wijnmaker, met een eigen bedrijf. Veel zin heeft hij doorgaans niet om op herhaling te gaan, zeker niet als het druk is op de zaak.

Het boek eindigt prettig relativerend als Massy met zijn patrouille in een restaurant zit te fonduen, tijdens een oorlogsspel, terwijl over zijn portofoon de ene militaire ramp na de andere gemeld wordt. De soldaten kiezen een toetje, en er valt een kleine atoombom.

Maar onder de officiersportretten is er geen die in het boek een ideale tegenstem geeft aan Massy. Daarvoor blijven die verhalen misschien net te onpersoonlijk.

wordt vervolgd

John McPhee, La Place de la Concorde Suisse
150 pagina’s
Farrar, Straus and Giroux 1991, oorspronkelijk 1984

[x]opgenomen in het dossier: