In Suspect Terrain ~ John McPhee

► door: A.IJ. van den Berg

Nederland is wat de naam zegt. Laagland. Een oneindig laagland. Slib van een rivierdelta. Restjes van elders dus. Geologisch gezien vrijwel oninteressant. Op de schaarse uitzonderingen na, waar gletsjers heel vroeger het landschap hebben gevormd.

Ik vraag me af of geologie hierom een wetenschap is waarmee ik weinig affiniteit krijg. Het land om me heen werd door de mens gevormd. Niet door natuurkrachten. Nederland leren lezen, is studie maken van de aanwezigheid van mensen daar, door de eeuwen heen.

Het is moeilijk in rotsen en aardlagen geïnteresseerd te raken voor wie vooral moeras en stinkend veen om zich heen ziet.

Tegelijk houd ik het idee heel wat te missen door zo weinig van geologie af te weten. Die biedt tenminste geschiedschrijving in het groot. Miljoenen jaren zijn niets. En als het beter uitkomt voor je theorie kun je als geoloog desnoods hele continenten verplaatsen.

Vandaar dat ik ooit heel blij was met de kennis dat John McPhee liefst drie boeken over geologie heeft geschreven. In Suspect Terrain is daarvan het middelste.

McPhee schrijft namelijk helder genoeg om ook het onbegrijpelijke niet helemaal abstract te laten lijken. Zijn enthousiasme werkt daarbij vaak aanstekelijk.

En toch had ik ook bij de tweede poging heel veel moeite met dit boek. Dit komt vooral omdat een film, of een geïllustreerd boek me zo veel meer hadden verteld dan alleen de tekst kan.

Ik had telkens grote moeite met paragrafen waarin kennis opgestapeld werd die ik niet bezit. En het boek staat daar vol mee, omdat het zo veel beschrijvingen bevat:

“Note the fining-upward cycles,” Anita said. “Those are crossbedded sandstones with mud clasts at the base, rippled to unevenly bedded shaly siltstones and sandstones in the middle, and indistinctly mud-cracked bioturbated shaly siltstones with dolomite concretions at the top.” [95]

Nochtans is dit in opzet en uitvoering een bijna belachelijk simpel boek. McPhee ging enkele malen op pad met de geologe Anita Harris — beginnend in New Jersey — en die las voor hem het landschap; en verklaarde daarbij hoe dit gevormd kon zijn.

Nu ja, ik ken dat landschap niet. Woorden schieten ook daarom tekort. Mijn voorstellingsvermogen kan mijn lacunes in kennis niet aanvullen.

Dus blijft er weinig hangen van dit boek. Behalve dan dat me bij eerste lezing niet was opgevallen dat het uit verschillende reportages bestaat, en de tekst daarom wat overlappingen bevat.

Wel maakte Anita Harris’ weigering indruk, om geologie alleen uit plaattektoniek te willen verklaren — of Wegener’s theorie van de driftende continenten. Omdat ze vrij eenvoudig aantoont dat dit heldere concept zo veel onnozele wetenschap oplevert. Lang alles niet wat bestaat is te verklaren vanuit éen verklaring alleen.

John McPhee, In Suspect Terrain
200 pagina’s
Farrar, Straus and Giroux 1991, oorspronkelijk 1983

[x]opgenomen in het dossier: , ,