Komrij’s canon ~ Gerrit Komrij

► door: A.IJ. van den Berg

Gerrit Komrij moet éen van de vlijtigst recyclende schrijvers van Nederland zijn. Maar, heel groen is dat hergebruik toch niet, omdat er telkens bomen voor omgaan. Papier blijft nodig voor de volgende presentatie van weer hetzelfde.

De poëziebesprekingen uit deze canon stonden eerst afzonderlijk achterop NRC-Handelsblad. Vervolgens werden ze gebundeld in verschillende boeken. In Liefde Bloeyende, Trou Moet Blycken, en Kost en Inwoning. En nu zijn de honderd beste gedichten en besprekingen daaruit opgenomen binnen éen kaft.

Ik klonk misschien wat cynischer over dit initiatief dan ik ben. Want, dit is een prettiger bundel dan die drie losse uitgaven waren. Van dit boek kan ik geloven dat Komrij er de gedichten in behandeld die hem intrigeren, of op een andere manier raken. Bij de eerdere bundels was dit niet zo voor mij; daar stond weleens meer vulling in dan prettig was.

Komrij schreef al die stukken indertijd als toelichting op de keuzes in zijn grote poëziebloemlezingen. En ook in die zin is het prettig een persoonlijke canon naast een anthologie te kunnen plaatsen; want Gerrit Komrij is in zijn Nederlandse poëzie misschien wel wat al te gastvrij.

Wel viel me bij het lezen van dit boek op dat hij lang niet altijd iets directs te melden heeft over het uitverkoren gedicht. ‘Praten over poëzie wordt gauw leuteren over poëzie’, schrijft hij zelfs. En ach, dit mechanisme is mij ergens ook wel bekend; boeklogjes doen een besproken boek weleens in een terloopse alinea af. Maar dit betekent ook dat Komrij niet altijd even informatief over het gedicht is dat hij heeft uitverkoren.

Nu vond ik dat ditmaal prettig. Die keuze betekende dat ik mijn impressie van een gedicht tegenover de zijne kon zetten. En dat maakte het lezen tot een intensievere ervaring dan als Komrij van éen kant zijn visie aan mij had opgedrongen.

Zowiezo had ik natuurlijk te reageren op Komrij’s keuzes. Omdat hij in deze chronologisch geordende bundel wel wat evergreens opnam, maar uiteindelijk toch ook weer weinig.

En dan word ik vooral blij met zijn keuze voor gedichten die niemand anders heeft. Omdat geen bundel, bloemlezing, of poëziebespreking zonder verrassingen kan.

Sonnet voor Mieremet

Ik zag vandaag de mieremet
in actie met zijn heftelingen.
Zij droegen rood omhoosde bringen,
met kleine basibals bezet.

Daar gingen ze, die everdingen,
met brio en in vol bromet.
Ik kon van pure vreugd wel zingen:
Nu was het vaderland gered.

Waai uit, o Nederlandse vlag
en wapper mieremet gêndag
langs velden en in bossen.

Werelden gaan onder, komen op.
De hele boel staat op zijn kop.
Maar mieremet zal ons verlossen.

Carel C. Scheefhals (1915 – 1995)

Gerrit Komrij, Komrij’s Canon
In honderd gedichten

416 pagina’s
Prometheus, 2008

[x]

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden