Boze oog ~ Gerrit Komrij

► door: A.IJ. van den Berg

Van Komrij’s fictie begrijp ik weinig. Maar zelfs zijn essayistische werk, dat doorgaans wel mijn bewondering heeft, kent voor mij ontoegankelijke boeken. Daarvan is dit het duidelijkste voorbeeld.

In Het boze oog staat een reeks artikelen over architectuur, die eerder in Vrij Nederland verschenen, begin jaren tachtig. De voor het betoog zo noodzakelijke foto’s zijn van Bert Nienhuis.

Het punt is alleen dat Komrij zich buiten dit boek aanmerkelijk pregnanter heeft uitgedrukt over architectuur en hun architecten. Zo verzameld valt daarom op dat hij eigenlijk niet zo veel heeft mee te delen. Tekstueel weet de auteur nog weleens te verrassen, terwijl hij me inhoudelijk snel verveelt. Sinds architecten de rechte lijn hebben ontdekt, deugt er geen gebouw meer dat nog wordt gebouwd. Dat is het voornaamste argument. Da capo.

Had Komrij het onderwerp maar even iets breder getrokken, en het ook eens over volkshuisvesting gehad, of desnoods over ruimtelijke ordening. Dan had hij zijn gif evenzogoed kwijt gekund. En zo’n boek had tenminste het voordeel gehad aan de grootste politieke taboes van de afgelopen vijftig jaar te raken; dat de overheid zich meent maar overal mee te moeten bemoeien, en er alleen daarom al lelijk en fantasieloos gebouwd wordt in Nederland.

Maar het kan gewoon ook zijn dat ik het onderwerp niet snap. Huizen zijn lelijk van buiten, en kantoren helemaal. Dat vind ik een vaststaand gegeven. Dus zie ik die lelijkheid niet meer.

Gerrit Komrij, Het boze oog
193 pagina’s
Uitgeverij de Arbeiderspers, 1983

[x]opgenomen in het dossier: ,

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden