Twee Punt Nul ~ Gerrit Komrij

► door: A.IJ. van den Berg

Een papieren krant heeft Gerrit Komrij ooit eens elke week de ruimte gegeven om uit te leggen waarin de oude massamedia systematisch tekortschoten vergeleken met internet. Dat was een sympathieke, zij het wat schizofrene geste.

En die columns uit NRC-Handelsblad werden postuum nog eens gebundeld in de uitgave Twee Punt Nul.

Ik wilde tot nu toe niet aan dit boek. Mij waren al die teksten al onder ogen gekomen op het eerste moment van publicatie. En weinig veroudert doorgaans sneller dan een beschouwing over internet; vijf jaar aan ontwikkelingen gelijkt daar al gauw een eeuw aan standaardtijd. Bovendien meende Komrij’s hoofdredacteur Peter Vandermeersch dat ook zijn inbreng was gewenst — elke column in dit boek gaat vergezeld van een kort commentaar door deze man; zonder dat die daarbij ooit iets toevoegt.

En van de weeromstuit viel deze bundel me bijna mee. Tot ik er over na ging denken.

Komrij kon het namelijk wel aardig zeggen op zijn tijd. En dat stemde me vrolijk. Bovendien ging zijn voornaamste belangstelling uit naar hoe gedragingen beïnvloed worden door het gebruik van internet. En aan zulk gedrag verandert zo veel minder gauw iets dan aan de benutte technologie.

Was hij alleen wel een vrijwel kritiekloos bewonderaar van de firma Facebook — wat voor mij helaas zo ongeveer gelijkstaat aan duivelsaanbidding; in dien verstande dat deze satan werkelijk bestaat; en groot is en veel te machtig. Is dit nog niet eens omdat sommigen van ons zo verslaafd aan Facebook wisten te raken.

Gerrit Komrij had met zijn account op dit sociale netwerk namelijk eindelijk een prettige huiskamer verworven online. Mede omdat zo veel andere auteurs ook ‘op’ Facebook zaten. Waardoor ze aldaar fijn konden ruziën en roddelen met elkaar. Al merkte menigeen in dit circuitje wel op dat er veel tijd ging zitten in dat schaduwleven online.

Komrij had de spot met zulke bedenkingen. En hij meende verder dat Twitter bijvoorbeeld vergeleken met Facebook niets voorstelde. Kleuterwerk was.

Signaleerde hij tegelijk toch ook hoe zeer het sociale netwerk Twitter een machtinstrument kan zijn, in de handen van populistisch politicus bijvoorbeeld. Die simpelweg de publieke opinie regeren kan, door af en toe een tekstje de wereld in te sturen:

Schijndemocratie in een lachspiegel. Een zekere heer Wilders schijnt iedere ochtend te twitteren, waarna die tweet door journalisten met witte handschoenen aan in ontvangst wordt genomen. Triomf van de communicatie. Dezelfde heer Wilders weigert alle publieke debatten en interviews. Ik laat het imperialistische aspect van zijn getwitter even buiten beschouwing (de zelfvergoddelijking, de vanzelfsprekend geachte onschendbaarheid) en beperk me tot het communicatieve aspect. Dit is niet de communicatie zoals de dromers die bedoelden: dit is flessenpost van iemand met smetvrees.

Opvallend dus hoe een niet per se deskundige columnist eind 2011 al een verschijnsel belachelijk kon maken waarvan schijnbaar nog altijd geen politiek journalist de fundamentele betekenis begrijpt. Want zelfs zonder ‘de heer Wilders’ te volgen online, worden mij toch vrijwel zijn oneliners en fotomontages opgedrongen; door de bereidwillige anderen. Die daarbij denken dat smetvlekken verdwijnen als zij er hard in gaan wrijven en daarbij nog eens flink foei zeggen.

Twee Punt Nul is verder lezenswaardig door Komrij’s herinneringen aan de computers in zijn leven, en om zijn gedachten over de ontwikkeling van de verkoop van boeken online. Al zal deze uitgave dus wel spoedig meer een tijdsdocument over de jaren 2011-2012 zijn geworden dan iets anders.

En ook, zo af en toe, plaatste hij domweg zinnige opmerkingen, omdat die niet eens alleen gelden voor het gebruik van internet, of het leven online:

De epidemie van het ‘letterlijk nemen’ zal nog een keer leiden tot moord en doodslag. Soms kunnen zulke pientere types iets maar beter niet letterlijk nemen, denk aan de Koran en de Bijbel. Om ‘een klaagzang bij de dood van de encyclopedieverkoper’ simpelweg te lezen als ‘een klaagzang bij de dood van de encyclopedieverkoper, maar niet heus’ – dat lijkt voor sommigen een hondsmoeilijke opgave te zijn geworden. Schrijvers moeten er zo langzamerhand de toon en de nuance en de context en de achterliggende bedoeling en het liefst ook nog de betekenis bij uitleggen. Voor veel internetlezers lijkt een cursus ironie inmiddels een dringende vereiste. Wie leert de nieuwkomers onder de lezers lezen?

Is het er met de verzamelde leesvaardigheid online sindsdien niet beter op geworden. Ook al omdat zo velen gezellig in eigen kring elkaar op Facebook in hun nogal particuliere waarheden vinden.

Gerrit Komrij, Twee Punt Nul
192 pagina’s
De Bezige Bij, 2013

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden