Karavaan ~ Morris & Goscinny

► door: A.IJ. van den Berg

Maurice de Bevere (Morris) ging in Aalst op school, bij de paters vast, en hij schijnt al zijn leraren later in de Lucky Luke-abums te hebben vereeuwigd. Als begrafenisondernemers altijd. Ook plechtig in het zwart.

En het valt op, in vrijwel alle boeken komt wel zo’n begrafenisondernemer voor. Die dan steevast blij is met de aanwezigheid van zware misdadigers in de buurt; want dat levert gauw eens klandizie op. Geen van deze griezels lijkt ook op de griezel uit een eerder album. Tot nu toe.

Toch gaat er nooit iemand dood in de stripverhalen. Op een beest of wat na dan dat als maaltijd dient. Maar daarvan is het sterven buiten het verhaal gehouden.

In het album De karavaan [nr. 24] rijdt de begrafenisondernemer voor het gemak mee met de huifkarren die naar Californië trekken. Er vast van overtuigd dat er slachtoffers zullen vallen tijdens de moeizame reis.

Daarbij krijgt hij in de loop van de trek gezelschap van een uitvinder, die me ook een karikatuur lijkt van iets of iemand. Daarvoor is dat mannetje te zorgvuldig getekend; in vergelijking met andere figuranten. Maar van welke beroemdheid, lokaal of internationaal, was het omstreeks 1963 aannemelijk dat die een rol als verstrooid genie spelen kon?

De uitvinder dacht steeds een wagen te hebben ontwikkeld die uit zichzelf bewegen kon. Alleen crashten zijn auto-mobielen telkens direct. Rijden is dan ook niets. Gecontroleerd kunnen stoppen, dat betekent pas wat bij het maken van een rijdend ding.

Verder was De karavaan het minste album dat ik las tot nu toe. Wellicht kwam dit door de voorspelbaarheid van het verhaal. Zo’n huifkartrek lukt, of lukt niet. En in de albums van Lucky Luke is er een vrij grote zekerheid dat de poging wel lukken zal. Maar ook dat er tot het einde pogingen tot sabotage zullen worden verricht.

Toch is nu juist in 2007 nog een lange tekenfilm naar dit verhaal gemaakt — waarschijnlijk omdat zo’n reis een aardig vehikel is om dingen te laten gebeuren.

Enige aardige grap uit het boek was die over scalperen — na de onvermijdelijke belegering van het konvooi door een indianenstam. Zin in vechten hebben de indianen eigenlijk niet. Maar ze zijn toch ook aan hun stand verplicht enkele scalps te oogsten.

En ziet, wat een geluk dat er dan ook een Franse barbier meerijdt in de karavaan, die de laatste Parijse haarmode in Californië wilde introduceren, en daarom nogal wat pruiken mee heeft genomen.

[ wordt vervolgd ]

Morris & Goscinny, De karavaan
46 pagina’s
Uitgeverij Jean Dupuis, N.V.
vertaling van La Caravane, 1964

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden