Spookstad ~ Morris & Goscinny

► door: A.IJ. van den Berg

Een vaste woonplaats lijkt Lucky Luke niet te hebben. En zingt hij niet altijd aan het einde van het boek dat hij maar een arme eenzame cowboy is, ver weg van huis?

Toch hangt hij aan het begin van een nieuw avontuur opvallend vaak rond in het dorp ‘Nothing Gulch’ of anders wel in ‘Pleasant Gulch’. En die plaatsen zullen ergens in Texas liggen.

Nogal wat meer plaatsnamen in de stripalbums eindigen trouwens op ‘Gulch’ — overigens ook echt een geografische aanduiding voor een bepaald soort vallei. Zo vaak komt dit voor, dat Morris & Goscinny er aardigheid in moeten hebben gehad om juist dit voor de Fransen onuitsprekelijke woord te gebruiken.

De plaats in het album De spookstad heet dan weer Gold Hill. En volgens Goscinny is dat tegenwoordig een grote landbouwstad met 687.541 inwoners, verscheidene graansilo’s en moderne slachthuizen.

Telkens als een avontuur zich in of rond een dorp afspeelde werd daar op een gegeven moment terloops nog een vervolg bij bedacht.

Gold Hill werd uit de grond gestampt tijdens een gold rush. Alleen was er geen goud te vinden, ondanks de naam. Dus trok iedereen weer weg, op éen fanatieke oude man na. Powell. Die er als jongeling bezwendeld was, en al zijn geld had geïnvesteerd in een lokale concessie; nadat een oplichter had laten zien hoe makkelijk er goud te vinden zou zijn.

Deze truc, met het ‘opsieren’ van grond, zodat het lijkt of er gouderts aanwezig is, wordt in het stripalbum herhaald. Een nieuwe ‘gold rush’ waait aan. Die even snel weer uitdooft als begint.

En dit album liet me nadenken over geschiedenis — die er in Europa volop bestaat, zelfs het land is hier gevormd door mensen en beesten. Elementen die in de VS nu net ontbreken.

Het is daarmee opvallend hoe vaak Morris & Goscinny spookdorpen opvoeren in de albums. Spelen de verhalen zich vaak af aan de frontier — die grens van de beschaving — is er eerder toch ook al plaatselijk bewoning en stedenbouw geweest.

[ wordt vervolgd ]

Morris & Goscinny, De spookstad
46 pagina’s
Uitgeverij Jean Dupuis, N.V.
vertaling van La Ville fantôme, 1965

[x]opgenomen in het dossier:

nauw gerelateerd op boeklog:


© Boeklog 2005-2019. Alle rechten voorbehouden